Woonlasten drukken het zwaarst op alleenstaande huurders

In 2022 gaf de gemiddelde Nederlander ongeveer 20% van zijn inkomen uit aan woonlasten, maar deze lasten zijn niet gelijk verdeeld over de verschillende bevolkingsgroepen. Vooral huurders, en dan met name alleenstaande huurders, zijn het zwaarst belast. Uit cijfers van het CBS blijkt dat huurders gemiddeld 26% van hun inkomen aan woonlasten kwijt zijn, terwijl huiseigenaren slechts 17% van hun inkomen hiervoor hoeven te reserveren.

Alleenstaanden betalen de hoogste prijs

De groep die het meeste last heeft van de hoge woonlasten zijn alleenstaande huurders. Deze groep heeft vaak een lager besteedbaar inkomen en betaalt gemiddeld iets meer dan 28% van hun inkomen aan woonlasten. In bepaalde regio’s kunnen deze kosten zelfs hoger uitvallen. Zo is de woonquote in de Noord-Brabantse gemeente Alphen-Chaam met 32,6% het hoogst, terwijl alleenstaanden in de Friese gemeente Harlingen met 25,3% het minst kwijt zijn.

Vijftigers zitten het ruimst

Een opvallende groep die relatief minder aan woonlasten kwijt is, zijn vijftigers. Door hun vaak stabiele carrière en hogere inkomens hoeven zij gemiddeld een lager percentage van hun inkomen te besteden aan woonlasten. De woonquote blijft bij hen relatief laag, totdat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Vanaf dat moment stijgen de woonlasten weer, wat vaak samenhangt met een dalend inkomen na pensionering.

Gezinnen met koopwoningen komen er beter vanaf

Voor gezinnen met kinderen die in een koopwoning wonen, is de woonquote aanzienlijk lager. In doorsnee besteden zij ruim 15% van hun inkomen aan woonlasten. Dit percentage varieert per regio, waarbij een echtpaar met kinderen in de gemeente Edam-Volendam gemiddeld 13,1% van hun inkomen aan woonlasten besteedt, terwijl dit in gemeenten zoals Bloemendaal, Kerkrade en Twenterand oploopt tot 16,8%.

Bron: fd.nl