Wipkip zoekt tweede leven in Utrechts grondstoffendepot

21 maart 2025

Circulaire bouw krijgt voet aan de grond in Utrecht

Dienst Logistiek Milieu van de TU Delft bouwt circulair nieuw pandEen stapel tegels met een verleden, rotonde-elementen die misschien nog een rondje mee kunnen en zelfs een afgedankte wipkip staan te wachten op hun tweede leven. In Utrecht is sinds kort een grondstoffendepot operationeel op industrieterrein Lage Weide. Hier verzamelt de gemeente gebruikte materialen uit de openbare ruimte – van straatstenen tot speeltoestellen – met als doel ze opnieuw in te zetten bij toekomstige projecten. Goed voor het klimaat én de gemeentekas, zo stelt wethouder Susanne Schilderman (D66).

De locatie is een reactie op het groeiende besef dat hergebruik in de openbare ruimte de norm moet worden. Tot tien jaar geleden verdween alles nog op de vrachtwagen richting de aannemer, die ermee kon doen wat hij wilde. Nu draait het om behoud van waardevolle materialen. Een terrein als dit is cruciaal om materialen tijdelijk op te slaan totdat ze elders weer van pas komen.

Gemeenten zoeken naar ruimte voor circulaire bouwmaterialen

Utrecht is niet de enige die aan de slag gaat met circulaire hubs. Ook gemeenten als Haarlem, Apeldoorn en binnenkort Almere richten speciale locaties in waar oude bouwmaterialen worden opgeslagen en beheerd. Dit sluit aan op het nationale streven om in 2050 volledig circulair te bouwen. Toch is ruimte vinden voor zulke depots makkelijker gezegd dan gedaan.

Volgens Schilderman zijn geschikte locaties schaars. Opslagterreinen vallen al snel in een hoge milieucategorie vanwege mogelijke overlast. En wanneer er woningbouw op de loer ligt, verdwijnen die mogelijkheden vaak naar de achtergrond. Leiden zoekt bijvoorbeeld al jaren tevergeefs naar zo’n plek. In Utrecht viel het kwartje pas laat, toen de locatie aan het Amsterdam-Rijnkanaal vrijkwam – met als bonus de mogelijkheid tot transport over water.

Financieel voordeel of groene ambitie?

De gemeente kocht het terrein voor ruim €20 miljoen. Een flink bedrag, maar volgens de wethouder een investering die zich terugverdient. Jaarlijks besteedt Utrecht namelijk €150 miljoen aan nieuwe materialen voor de openbare ruimte. Hergebruik kan die uitgaven verlagen én de milieudruk verkleinen.

Toch zijn niet alle partijen overtuigd van de directe financiële voordelen. Wegenbouwer Matthijs Haveman merkt op dat nieuw materiaal soms goedkoper is, vooral als je rekening houdt met opslag en logistiek. Maar duurzaamheid, zegt hij, weegt zwaar mee. Nieuwe tegels vragen immers om cement – een grondstof met een flinke CO₂-voetafdruk – en vervoer over lange afstanden.

Circulair bouwen als antwoord op geopolitieke risico’s

Naast het milieu speelt ook geopolitiek een rol. Door in te zetten op hergebruik, wordt Nederland minder afhankelijk van wereldwijde grondstoffenketens, die steeds vaker onder druk staan. Schilderman benadrukt dat gebruikte materialen vaak nog veel langer mee kunnen dan gedacht. Wie anders kijkt naar materiaalwaarde, ziet vooral mogelijkheden.

Toch erkent ze dat niet elk project meteen circulair kan worden aangepakt. Soms vereist het ontwerp van een nieuwbouwwijk een bepaalde uitstraling, of liggen plannen al zo lang vast dat aanpassing niet meer mogelijk is. Maar de beweging is ingezet – en daarmee groeit ook de kans dat circulariteit in de toekomst vanzelfsprekender wordt.

Van wipkip tot inspiratiebron voor ontwerpers

Voor grondstoffenmakelaar Bas van der Veer is het depot niet alleen een opslagplaats, maar ook een plek voor inspiratie. Hij hoopt dat architecten en ontwikkelaars in de toekomst zelf een kijkje komen nemen, nog vóór het ontwerp op tafel ligt. Want wie weet welke creatieve toepassingen er nog in een oude steen of stoeptegel schuilgaan?

Bron: nrc.nl