Wijk zonder auto, mens zonder vrijheid?

3 april 2025

Autoluw bouwen raakt meer dan alleen de mobiliteit

Hoe haalbaar zijn de plannen van Utrecht met de groene wijk Merwede – RijnenburgDe auto is al decennia lang de stille motor van ons dagelijks leven. Hij biedt vrijheid, flexibiliteit en is voor velen simpelweg onmisbaar. Toch staan auto’s in steeds meer steden ter discussie. Autoluwe en zelfs autoloze wijken schieten als paddenstoelen uit de grond, met Utrecht als koploper. De nieuwe wijk Merwede belooft een toekomst waarin wandelen en fietsen de boventoon voeren, en waar de auto een bijrol krijgt. Maar de vraag rijst: maken we onze steden leefbaarder, of onbedoeld een stuk minder inclusief?

Een wijk gebouwd op idealen, niet op realiteit

In de plannen voor Merwede is nauwelijks plek voor auto’s. Minder dan één dure parkeerplaats per zes woningen, verstopt in garages aan de rand. De ontwerpers rekenen op een autobezit dat drie keer lager ligt dan het gemiddelde in Utrecht. Tegelijkertijd moet de wijk plaats bieden aan 40.000 mensen per vierkante kilometer, wat het de dichtstbevolkte wijk van Nederland maakt. Efficiënt gebruik van ruimte is begrijpelijk, maar de vraag is: voor wie maken we deze wijk eigenlijk?

Met straatnamen als De Pottenbakker en De Fietsenmaker lijkt Merwede te willen eren wie de stad heeft opgebouwd. Maar het zijn juist die vakmensen die zich er straks mogelijk niet thuis voelen. Wie onregelmatige diensten draait, zoals zorgmedewerkers of chauffeurs, kan vaak niet zonder auto. Voor hen is het geen luxe, maar noodzaak.

Sociale ongelijkheid krijgt een nieuw gezicht

Een wijk zonder auto’s lijkt groen en vredig, maar het risico op sociale eenvormigheid ligt op de loer. Wanneer alleen mensen met een bepaalde leefstijl of inkomenspositie er kunnen en willen wonen, wordt het lastig om een diverse gemeenschap op te bouwen. Ontmoeting tussen verschillende groepen mensen, essentieel voor sociale cohesie, verdwijnt. Wat overblijft is een enclave van gelijkgestemden – comfortabel misschien, maar ook kwetsbaar.

Zonder auto’s en met beperkt openbaar vervoer ontstaat er bovendien een scheef beeld van mobiliteit. De deelauto en de tramlijn zijn mooie ideeën, maar in de praktijk nauwelijks een volwaardig alternatief voor mensen die op onregelmatige tijden of buiten de gebaande paden reizen. En zo groeit het verschil tussen ‘mobiele’ en ‘gebonden’ burgers.

Ruimtegebrek vraagt om slimme mobiliteitsoplossingen

Stedelijke verdichting is onvermijdelijk, en dat ruimte schaars is, zal niemand ontkennen. De uitdaging zit hem in het combineren van bereikbaarheid, leefbaarheid en diversiteit. De auto hoeft daarin niet de hoofdrol te spelen, maar helemaal uit het verhaal schrijven is geen optie. Zeker niet zolang andere vormen van mobiliteit – zoals OV en deelvervoer – onvoldoende aansluiten op de praktijk van alledag.

In Merwede zal ongetwijfeld belangstelling zijn voor de woningen, zeker gezien de krapte op de woningmarkt. Maar wie durft verder vooruit te kijken, ziet ook risico’s. Wat als de trek naar de stad afneemt of de woningprijzen stabiliseren? Wat als voorzieningen tekortschieten en bewoners zich gaan afvragen waarom hun wijk niet werkt zoals gehoopt?

Autoluw betekent niet autovrij

De auto hoeft niet in het zicht te staan, maar verdient wél een plek in het systeem. Het kan verstandig zijn om ruimte te houden voor parkeervoorzieningen die in de toekomst alsnog kunnen worden aangelegd – gesubsidieerd of niet. Net zoals we OV en deelmobiliteit financieel ondersteunen, mag ook de auto in stedelijke plannen niet volledig buiten beeld verdwijnen.

Een wijk waar ruimte efficiënt wordt gebruikt, maar waar ook ruimte blijft voor verschillende soorten mensen en levensstijlen, is uiteindelijk robuuster en duurzamer dan een wijk die is gebouwd op idealen die slechts voor enkelen werken.

Bron: fd.nl