Vrijesectorhuren stijgen weer, woningzoekenden raken klem

17 april 2025

Huurprijzen in grote steden maken flinke sprong

Huren in de vrije sector blijft onveranderd duurNa een korte periode van dalende huurprijzen in steden als Amsterdam en Utrecht, is de trend in het eerste kwartaal van 2025 weer gekeerd. Volgens cijfers van verhuurplatform Pararius betaalden nieuwe huurders gemiddeld 9,6% meer dan een jaar eerder. Daarmee komt de gemiddelde maandhuur in de vrije sector uit op €1781.

De hoofdstad blijft het duurst: met een gemiddelde van €27,03 per vierkante meter is Amsterdam nog altijd de koploper, ondanks dat de piek van vorig jaar zomer nog niet opnieuw is bereikt. Ook in steden als Rotterdam, Eindhoven, Utrecht en Den Haag is de huurprijs flink gestegen.

Krap aanbod drijft huurprijs verder op

Voor wie een huurwoning zoekt, is de keus bovendien steeds beperkter. In het eerste kwartaal stonden er ruim een derde minder vrijesectorwoningen te huur dan een jaar eerder. Pararius telde slechts 12.667 beschikbare woningen, wat de concurrentie onder huurders flink aanwakkert.

De gemiddelde verhuurtijd is nog altijd kort: binnen twintig dagen heeft een woning een nieuwe huurder. Volgens Pararius leidt het afnemende aanbod tot een prijsopdrijvend effect dat voorlopig niet lijkt af te remmen.

Beleid jaagt kleine beleggers van de markt

De oplopende prijzen staan in contrast met het beleid vanuit Den Haag, dat juist gericht is op betaalbaarheid. Toch lijkt dit beleid averechts uit te pakken voor het aanbod in de vrije sector. Kleine vastgoedbeleggers verkopen hun woningen steeds vaker omdat hogere belastingen en strengere huurregels de verhuur onrendabel maken.

Deze zogenoemde uitpondgolf vergroot de krapte. Veel huurwoningen verdwijnen van de markt en worden verkocht aan kopers die er zelf in gaan wonen. De hoge huizenprijzen maken dat aantrekkelijker dan verhuren, zeker in populaire steden.

Nieuwe maatregelen om uitponding af te remmen

Minister Mona Keijzer probeert met gerichte aanpassingen verhuur aantrekkelijker te maken. Zo mogen verhuurders met woningen in het duurdere segment bij een hoge WOZ-waarde meer huur vragen. Ook wordt het puntenstelsel iets versoepeld, bijvoorbeeld bij woningen zonder buitenruimte.

Daarnaast komt er meer ruimte voor tijdelijke huurcontracten, met name voor studenten. Toch blijft de kritiek luid. Beleggers én huurdersorganisaties zoals de Woonbond twijfelen openlijk of deze maatregelen voldoende effect zullen hebben.

Inkomenseis sluit steeds meer huurders uit

Ondertussen blijft de inkomenseis voor huurders in de vrije sector fors. Veel verhuurders hanteren als norm dat het inkomen minimaal drie keer de maandhuur moet zijn. Bij de huidige gemiddelde huurprijs komt dat neer op een bruto maandinkomen van ruim €5300.

Dat is fors boven het modale inkomen, dat rond de €3500 ligt. Huurders met een middeninkomen vissen hierdoor steeds vaker achter het net.

Terwijl coalitiepartijen onderhandelen over aanvullende huurmaatregelen — waarbij sommige partijen een huurbevriezing willen — wordt de druk op de woningmarkt steeds groter. De vraag stijgt, het aanbod krimpt, en de prijzen blijven maar stijgen.

Bron: fd.nl