Vijftig jaar Club van Rome: hoe gaat het nu met de wereld?
26 oktober 2018
Vijftig jaar geleden werd de denktank de Club van Rome opgericht. De denktank kwam met een verontrustend rapport. De wereld zou ten onder gaan aan zijn eigen groei. Het rapport gaf aan dat de grondstoffen uitgeput zouden raken, dat er te veel vervuiling zou zijn en dat de wereldbevolking te groot zou zijn. Het gevolg: een catastrofe. Of dit zou komen door honger, door uitputting van belangrijke grondstoffen of door milieuvervuiling was nog niet duidelijk. Wel duidelijk was dat er hoe dan ook maatregelen getroffen moesten worden.
Nu de denktank vijftig jaar bestaat, wordt er teruggeblikt. Het lijkt erop dat de catastrofe niet is gekomen. Grondstoffen raken wel op, maar niet zo snel. En er is vervuiling, maar niet zoveel als verwacht. In Europa worden lucht, grond en water zelfs schoner. Was het rapport te pessimistisch?
Innovatie
Anders Wijkman, een Zweed die samen met Ernst von Weizsäcker voorzitter is van de Club van Rome, zegt dat met de informatie en de middelen van toen een prima rapport is gemaakt. Het belangrijke verschil met de huidige tijd is dat er nu computertechnologieën beschikbaar zijn die er toen niet waren. Er werd een statisch model gemaakt. Dat houdt in dat er geen rekening gehouden werd met innovatie.
Dankzij nieuwe technologieën gaan we nu anders om met onze grondstoffen. Daarom gaat het nu beter dan het rapport van vijftig jaar geleden heeft voorspeld. Maar Wijkman benadrukt wel dat het rapport geen kortetermijnvisie was. Er werd gesproken over de komende vijftig tot honderd jaar. Dus die catastrofe komt misschien alsnog.
Het gevaar is niet geweken volgens de club van Rome
De waarschuwing van vijftig jaar geleden, geldt nog steeds, ook al lijkt het beter te gaan dan verwacht. We gaan grotendeels nog steeds op dezelfde manier met onze grondstoffen om. Er is nog veel kortetermijndenken. De economie denkt niet aan de toekomst van de natuur. Als vervuiling de goedkoopste optie is, dan wordt daarvoor gekozen. Hier moet anders mee omgegaan worden. De natuur is immers geen constante factor die makkelijk te vangen is in een economisch model. Hoewel veel economen dat wel zo zien. Daarom is er meer regulatie nodig vanuit de overheden.
De welvaart groeit, de wereldbevolking groeit, en er worden steeds meer materialen van de ene naar de andere kant van de aarde verplaatst. Hierdoor ontstaat er veel druk op het milieu. Het watergebruik stijgt en er komen meer broeikasgassen vrij. Wijkman zegt dat we niet door kunnen gaan op deze manier.
We moeten ons aanpassen. Dit geldt vooral voor de industrie en de landbouw. We moeten zuiniger zijn op onze schone lucht, het schone water en het ecosysteem. Dit is belangrijker dan olie en ijzererts. Wanneer we doorgaan zoals we nu doen, verliezen we onze vruchtbare grond en onze schone lucht. En daar zijn geen alternatieven voor.
Nieuwe aanbevelingen
Aangezien de situatie nog steeds nijpend is, komt de Club van Rome met nieuwe aanbevelingen:
1. De balans tussen mens en natuur moet hersteld worden: de economie mag de biodiversiteit niet vernietigen.
2. De wereldbevolking moet stabiliseren: dit kan gedaan worden door anticonceptie beschikbaar te maken in ontwikkelingslanden, zodat ook daar de vrouwen meer controle hebben over hun leven.
3. De staat moet meer macht krijgen dan het bedrijfsleven: een sterke overheid kan de markt reguleren.
4. Stop met kortetermijndenken: voor bedrijven is winst belangrijker dan het milieu, dit moet anders.
Kortom: de economie moet gereorganiseerd worden. De aandacht moet gaan naar mens en milieu en niet naar het behalen van steeds maar meer economische groei.
Bron: NRC.nl