Van Randstad naar randje Randstad: woningbeleggers zoeken nieuwe investeringskansen

27 maart 2025

Institutionele beleggers verbreden hun blik buiten de G4

appartementenDe vier grote steden blijven een magneet voor woningbeleggers, maar die aantrekkingskracht begint scheurtjes te vertonen. Niet omdat Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag ineens minder populair zijn, maar omdat de ruimte krap is, de kosten hoog en de procedures stroperig. Dat zet beleggers aan tot heroriëntatie: van de Randstad naar wat inmiddels ‘Randstad-plus’ wordt genoemd, met steden als Amersfoort, Breda, Ede en Den Bosch als nieuwe interessante alternatieven.

Volgens vastgoedpartijen als Amvest, Vesteda, Altera en Achmea Real Estate is er sprake van een geleidelijke accentverschuiving. De grote steden blijven het hart van de woningbeleggingsmarkt, maar steeds vaker kijken partijen over de stadsgrenzen heen. Twee derde van de aankopen vindt inmiddels plaats buiten de G4.

Steden als Ede en Eindhoven winnen terrein bij beleggers

Met name steden in de periferie van de Randstad, zoals Ede, worden steeds aantrekkelijker. Een goede infrastructuur, groeiende voorzieningen en relatief betaalbare bouwgrond maken deze gemeenten interessant. Zo wordt Ede gezien als een ‘geheimtipp’, mede dankzij de ligging tussen Utrecht en Arnhem, en een gedeeld intercitystation met universiteitsstad Wageningen.

Ook Eindhoven stijgt op de lijst. De stad profiteert van de aanwezigheid van techreuzen als ASML en VDL, wat de vraag naar woonruimte structureel verhoogt. Daarmee komt de hele regio Brabant meer in beeld als een solide investeringsgebied.

Randstad blijft de standaard, maar regionale spreiding groeit

Toch zullen de traditionele kerngebieden niet zomaar worden losgelaten. Beleggers blijven sterk vertegenwoordigd in Amsterdam en Utrecht, niet in de laatste plaats vanwege de professionele ambtelijke organisatie en voorspelbare vergunningstrajecten. In kleinere gemeenten ontbreekt die slagkracht vaak, waardoor grotere projecten vertraging kunnen oplopen.

Toch is de behoefte aan spreiding evident. De woningdruk in de noordvleugel van de Randstad zorgt voor een ‘waterbedeffect’, waarbij woningzoekers steeds vaker uitwijken naar omliggende steden. Vooral mensen met hybride werkvormen of flexibele kantoorverplichtingen zijn bereid langer te reizen, mits de verbindingen goed zijn.

Infrastructuur als sleutel tot nieuwe woningmarkten

Goede bereikbaarheid blijkt keer op keer doorslaggevend in de investeringsstrategie van beleggers. Nieuwe verbindingen zoals de beoogde Lelylijn of Nedersaksenlijn kunnen gebieden als Friesland of Oost-Nederland beter ontsluiten. Maar zolang politieke besluitvorming over dergelijke projecten onzeker blijft, houden beleggers de hand op de knip.

Voorbeelden uit het buitenland laten zien dat infrastructuur de woningmarkt kan veranderen. Denk aan Bordeaux of Erfurt, waar de komst van hogesnelheidslijnen de vastgoedmarkt nieuw leven inblies. Dergelijke ontwikkelingen kunnen ook in Nederland regio’s buiten de Randstad aantrekkelijker maken, mits er duidelijkheid is over uitvoering en planning.

Buurgemeenten en stadsranden als groeizones voor huurwoningen

De grootste kansen liggen volgens veel beleggers op de randen van de grote steden en in ‘krachtwijken’ met ontwikkelpotentie. Denk aan Rotterdam-Zuid, Amsterdam Nieuw-West en Utrecht Overvecht. Stadsdelen die ooit vermeden werden, worden nu steeds vaker gezien als logische groeigebieden voor betaalbare huurwoningen.

Zolang de toestroom naar de steden aanhoudt en de leegstand laag blijft, zijn dit volgens partijen als Altera en Vesteda interessante investeringsdoelen. Hier geldt: meer aanbod creëert meer vraag, en dus ook meer waarde.

Dit betekent dat het tijd is om buiten de klassieke vierhoek te denken. De ‘nieuwe Randstad’ strekt zich verder uit dan ooit, en wie durft te investeren in opkomende gebieden, kan daar op termijn flink van profiteren.

Bron: cobouw.nl