Van ‘klant’ naar moreel eigenaar van woningcorporaties en scholen
4 juli 2017
Bron: Het Financieele Dagblad
Burgers pakken hun rol als democratisch participant in de gemeente weer steeds vaker op. Dit resulteert onder andere in meer wijkverenigingen en zwembaden die opgekocht worden door bewoners die het zelf gaan beheren. Deze bewoners geven aan dat ze het onderhoud van de publieke ruimte zelf beter en goedkoper kunnen doen. Burgers willen niet meer alleen klant zijn, maar zelf aan het roer staan.
Tegenwoordig spelen veel gemeenten daarop in, door bijvoorbeeld samenlevingsagenda’s te introduceren. Daarnaast introduceren ze burgerjury’s en buurtbudgetten om de kennis en ervaringen van hun bewoners te benutten. In andere sectoren zoals de zorg, het onderwijs en de volkshuisvesting vinden bewegingen zoals deze nauwelijks gevolg. Organisaties in deze sectoren zijn de afgelopen decennia hun huurders, patiënten en leerlingen meer gaan zien als cliënt dan als betrokken burgers die mee willen en kunnen praten.
Dit bedrijfsmatige perspectief is achterhaald en een gemiste kans, een verandering is hoog nodig. De school en de woningcorporatie zijn geen organisaties die slechts diensten leveren aan hun klanten. Het zijn gemeenschappen van mensen die met elkaar zijn verbonden. Deze mensen delen hun morele eigenschap van de school of het appartementencomplex met elkaar. Zij zijn dus ook gezamenlijk verantwoordelijk voor het reilen en zeilen daarvan, waarbij enkel formele medezeggenschap onvoldoende is.
In de genoemde sectoren moet weer moreel eigenaarschap gecreëerd worden bij huurders, patiënten en leerlingen en hun ouders. Het gegeven dat ‘democratie’ beperkt is tot hetgeen zich in de politieke arena afspeelt staat steeds verder af van de werkelijkheid dat burgers behoefte hebben om zelf het stuur van hun leven in handen te hebben. De brede basis van onze democratie ligt in de maatschappelijke democratie.