Technische Universiteit Eindhoven wil woningen verwarmen met metaalpoeder
19 april 2022
Ook de TU Eindhoven werkt aan nieuwe manieren om woningen te verwarmen. Sinds 2015 wordt een manier ontwikkeld om huizen te verwarmen met ijzerpoeder. Vanaf september 2022 is het de bedoeling dat 500 woningen in het Brabantse Helmond op deze manier van warmte worden voorzien. Bij de verbranding van metaal komt warmte vrij. Die kan in de vorm van stoom worden ingezet voor een warmtenet. Daarnaast kan er stroom mee worden opgewekt. Mark Verhagen, oprichter van Rift, het bedrijf dat deze technologie ontwikkelt, is enthousiast en ziet kansen voor deze circulaire manier van verwarmen.
Proefopstelling getest
Het team van de TU Eindhoven heeft in een kleinschalige proefopstelling getest of het systeem werkt. Toen die proef positief uitpakte werd besloten om het project groter aan te pakken. Er wordt nu een 8 meter hoge boiler gebouwd die goed is voor 1 Megawatt aan warmte, wat voldoende is om de 500 woningen in Helmond te verwarmen. Hiervoor wordt er een installatie gebouwd om het roestpoeder weer om te zetten in metaalpoeder, dat vervolgens kan worden hergebruikt. Als de proef in Helmond slaagt wil het bedrijf van Verhagen de technologie verkopen aan grote energiebedrijven zodat het systeem op grotere schaal kan worden toegepast.
Onderzoeksbureau Berenschot ziet kansen
Op verzoek van de TU Eindhoven deed het bekende onderzoeksbureau Berenschot onderzoek naar de haalbaarheid van het systeem. Berenschot ziet zeker kansen. Niet alleen voor warmtevoorziening voor woningen, maar ook voor het opwekken van elektriciteit en kleinschalig zeevervoer. Vooral in industrie waar elektrificatie of werken met waterstof geen optie is kan verwarmen of stroom opwekken met ijzerpoeder zeker een optie zijn, zo luidde de conclusie. Het bedrijf Rift heeft inmiddels een eerste mogelijke order binnengehaald: Veolia Industriediensten heeft interesse in een installatie van 5 Megawatt. Deze moet als alles volgens plan verloopt in de loop van 2023 operationeel zijn.
Bron: Het Financieele Dagblad