‘Straatje erbij’ lost slechts een fractie van het woningtekort op, aldus PBL-rapport

Kleine bouwprojecten dragen beperkt bij aan woningbouwopgave

Volgens een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) biedt het bouwen van ‘een straatje erbij’ in dorpskernen en steden slechts een bescheiden oplossing voor de woningnood. Hoewel er op deze manier 95.000 woningen kunnen worden gerealiseerd, is dit slechts een tiende van de totale woningbouwopgave waar Nederland voor staat.

Voordelen van kleinschalige woningbouw

De bouw van een beperkt aantal huizen per dorpskern kan snel en relatief goedkoop worden uitgevoerd. Dit helpt om voorzieningen in dorpen op peil te houden, wat belangrijk is voor de leefbaarheid in kleinere gemeenschappen. Het kabinet-Schoof ziet deze strategie als een aanvulling op de bouw van grote buitenstedelijke locaties, maar het PBL benadrukt dat de impact op het woningtekort beperkt blijft.

Voorwaarden beperken aantal nieuwe woningen

Het PBL onderzocht de mogelijkheden om op maximaal 200 meter van bestaande woningen en dicht bij openbaar vervoer haltes nieuwe huizen te bouwen. Dit leidde tot een schatting van 95.000 woningen, goed voor een groei van de woningvoorraad met 1,2%. Als de eis voor nabijgelegen openbaar vervoer wordt losgelaten, zou dit aantal kunnen oplopen tot 108.000, maar nog steeds onvoldoende om het woningtekort substantieel aan te pakken.

Regionale verschillen in impact

Het effect van ‘een straatje erbij’ verschilt sterk per provincie. In landelijke provincies zoals Friesland en Zeeland kan deze aanpak tot wel 60-75% van het woningtekort oplossen. In stedelijke gebieden zoals Noord-Holland en Zuid-Holland is er echter nauwelijks ruimte voor deze vorm van uitbreiding, waardoor de bijdrage aan het oplossen van het woningtekort daar minimaal is.

Bron: FD