Rust op de bouwmarkt of stilte voor de storm?

Materiaalprijzen blijven stabiel, maar voor hoe lang?

2025 is rustig van start gegaan zonder grote schommelingen in de prijzen van bouwmaterialen, zo blijkt uit de Materialenmonitor van Cobouw Pro. Volgens Indy Steenbergen, adviseur bij IGG Bouweconomie, kan die stabiliteit echter van korte duur zijn. Internationale ontwikkelingen, zoals de Amerikaanse invoerheffingen op Europees staal en aluminium, kunnen de markt flink opschudden.

Op 12 maart treedt mogelijk een heffing van 25 procent in werking, wat de export naar de VS kan bemoeilijken. Hoewel deze export slechts 10 procent van de Europese staalproductie beslaat, schatten bronnen dat de impact voor de EU alsnog zo’n 28 miljard euro kan bedragen. De Europese Unie heeft al aangekondigd met een stevige tegenreactie te komen. Wat dit voor de Nederlandse bouwsector betekent, blijft voorlopig koffiedik kijken.

Staalmarkt nog zonder grote schommelingen

Voorlopig zijn er nog geen extreme bewegingen in de metaalprijzen. BDB Bouwkostendata en IGG Bouweconomie, die de prijsschommelingen monitoren, zagen slechts minimale verschuivingen. De prijzen van koper daalden licht, terwijl bewapeningsstaal een kleine stijging liet zien. Voor balkstaal was nauwelijks verandering zichtbaar.

Veel staalhandelaren hebben echter nog steeds last van overvoorraden. Sinds april 2022 daalden de prijzen fors, terwijl sommigen hun voorraden destijds nog tegen hogere tarieven insloegen. Dit dwingt hen nu tot verkopen met verlies, wat voor druk op de markt zorgt.

Prijsontwikkelingen verschillen per materiaal

De ontwikkeling van bouwkosten hangt af van verschillende factoren. Hout, dat sterk internationaal georiënteerd is, zag begin dit jaar een lichte prijsstijging. Beton daarentegen, dat een meer regionale markt heeft, bleef stabiel. De energieprijzen spelen eveneens een rol; stijgende kosten voor energie maken bijvoorbeeld de productie van bakstenen duurder.

Daarnaast zijn er branchespecifieke prijscycli. Sommige sectoren voeren prijsstijgingen standaard per 1 januari door, terwijl andere dit over meerdere momenten in het jaar spreiden. Dit kan ervoor zorgen dat prijsveranderingen in sommige materialen pas later dit jaar zichtbaar worden.

Olieprijzen dalen, maar voor hoe lang?

De olieprijzen zijn sinds januari gedaald. Een vat Brent-olie kostte medio januari nog ruim 82 dollar, maar stond eind februari op 72 dollar. Zakenbanken zoals JP Morgan en Citi voorspellen verdere dalingen, met een mogelijke bodem van 60 dollar per vat in het vierde kwartaal.

Ondanks de plannen van de Amerikaanse regering om de olieproductie te verhogen, is de impact daarvan onzeker. Beslissingen van Opec+ hebben doorgaans een veel grotere invloed op de wereldwijde energieprijzen. Ook geopolitieke ontwikkelingen en een mogelijke handelsoorlog kunnen de markt in een andere richting sturen.

Bouwkosten stijgen nog steeds gestaag

Hoewel de extreme inflatie van de afgelopen jaren is afgevlakt, blijven de kosten in de bouw stijgen. In 2024 namen de consumentenprijzen gemiddeld met 3,3 procent toe. De bouwkosten stegen met ongeveer 3 procent, grotendeels in lijn met de inflatie.

Volgens IGG Bouweconomie worden de stijgende kosten momenteel nog doorberekend aan opdrachtgevers. De bouwsector heeft genoeg werk en aannemers zien geen reden om marges op te offeren. Dit kan veranderen als de vraag in de sector afneemt, maar voor nu blijft de markt in evenwicht.

Bron: cobouw.nl