Ruimtelijke ordening is een belangrijk item in de verkiezingsprogramma’s
2 maart 2021
De parlementsverkiezingen van maart 2021 zijn voor veel partijen aanleiding om ruim aandacht te besteden aan ruimtelijke ordening in hun programma’s. Van links tot rechts is de ‘inrichting van Nederland’ een hot item. Er wordt gepleit voor de terugkeer van het Ministerie van VROM om de bouw van genoeg huizen in de komende jaren in goede banen te leiden. Maar bij het goed inrichten van de ruimte komt natuurlijk meer kijken dan in recordtijd het tekort aan woningen wegwerken. De belangen bij ruimtelijke regie liggen echter vaak ver uit elkaar.
Pak het ruimtelijk beleid stapsgewijs aan
Volgens Edwin Buitelaar, onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) moeten de plannen voor ruimtelijke ordening stapsgewijs worden aangepakt. Er zijn immers de nodige knelpunten waar Nederland mee te maken heeft. Er moeten meer woningen worden gebouwd. Tegelijkertijd moet er ook rekening worden gehouden met de uitstoot van stikstof en ook met het feit dat er in het verleden vaak ad hoc beslissingen werden genomen. De nieuwe ruimtelijke strategie moet zich richten op de lange termijn. Ook moet goed worden gekeken naar de gevolgen die bepaalde keuzes op andere vlakken met zich meebrengen.
Goede keuzes voor later moeten nu worden gemaakt
Volgens Buitelaar is het de kunst om nu de juiste keuzes te maken. Het heeft geen zin om de lokale overheid te laten beslissen over energievoorzieningen in een wijk, als een paar jaar later blijkt dat de energie infrastructuur niet goed is ingericht waardoor het elektriciteitsnet het niet kan bolwerken. Nederland moet zich realiseren dat de klimaatverandering een wezenlijke invloed gaat uitoefenen op de ruimtelijke ordening. Dit zorgt ervoor dat bepaalde keuzes moeten worden gemaakt met dat idee in het achterhoofd.
Bouwen op strategische plekken
Nog een knelpunt als het gaat om de ruimtelijke ordening is volgens Buitelaar het hardnekkig vasthouden om te bouwen op de verkeerde plaatsen. Er wordt gebouwd op de laagste delen van Nederland, Zuid-Holland en Noord-Holland en meer laaggelegen regio’s staan op de agenda voor woningbouw. Maar dat gaat volgens Buitelaar geheid tot problemen leiden in de toekomst. Het wordt in de toekomst steeds belangrijker om te bouwen op de juiste ondergrond. Daar moet goed naar worden gekeken. Niet alleen als het gaat om het neerzetten van gebouwen. Ook bij het plannen van wegen, spoorlijnen en de infrastructuur om het land van elektriciteit te voorzien.
Bron: NRC Next