Regels versoepeld: bouwen buiten de stad wordt makkelijker

17 februari 2025

Einde aan verplichte binnenstedelijke bouw

Gemeenten willen woningbouw stimuleren met lage grondprijsWoonminister Mona Keijzer (BBB) maakt het eenvoudiger om woningen buiten de bebouwde kom te bouwen. De verplichte toetsing via de Ladder voor duurzame verstedelijking verdwijnt voor woningbouw. Hierdoor hoeven overheden niet langer eerst te bewijzen dat er binnenstedelijk geen ruimte is voordat ze buiten de stad of het dorp mogen bouwen.

Dit besluit is onderdeel van de aangepaste Wet versterking regie volkshuisvesting, die Keijzer naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De Ladder, sinds 2012 een vast onderdeel van de ruimtelijke ordening, was bedoeld om ongewenste stadsuitbreiding te voorkomen. Maar projectontwikkelaars klaagden al langer dat het vooral zorgde voor bureaucratie en vertraging. Haar voorganger Hugo de Jonge (CDA) had deze regel al versoepeld voor projecten tot vijftig woningen, maar Keijzer schrapt hem nu volledig.

Meer vrijheid voor woningbouw, maar ook meer sociale huur

Naast de afschaffing van de Ladder zet Keijzer ook in op meer flexibiliteit voor gemeenten. Zo mogen particulieren voortaan zonder vergunning een extra woning bouwen op hun eigen erf, mits deze bedoeld is voor een familielid in de eerste lijn. Dit sluit aan bij eerdere plannen om mantelzorgwoningen vergunningsvrij mogelijk te maken.

Wel blijven er strikte eisen voor het aandeel betaalbare woningen in nieuwbouwprojecten. In elke regio moet twee derde van de nieuwe woningen ‘betaalbaar’ zijn, met een verdeling van 30% sociale huur, maximaal €405.000 voor koopwoningen en een middenhuurgrens tot €1.200 per maand. Gemeenten met weinig sociale huur krijgen enige speelruimte, maar moeten goedkeuring krijgen van provincie en omliggende gemeenten als zij hiervan willen afwijken.

Discussie over betaalbaarheidseisen

De aanpassing van de wet zorgt voor gemengde reacties. Woningcorporaties, verenigd in Aedes, vrezen dat gemeenten nu te veel vrijheid krijgen om de sociale huurnorm van 30% te omzeilen. Voorzitter Liesbeth Spies pleit daarom voor meer duidelijkheid over wie bepaalt wanneer deze norm niet passend is.

Anderzijds zet Keijzer een rem op strengere eisen vanuit provincies. Zuid-Holland wilde bijvoorbeeld een aandeel van 40% sociale huur in nieuwbouwprojecten afdwingen, maar dat wordt nu niet toegestaan. Gemeenten mogen echter wél zelf strengere betaalbaarheidseisen stellen. Utrecht wil bijvoorbeeld 75% van de nieuwe woningen in het betaalbare segment realiseren. Projectontwikkelaars, zoals Neprom-directeur Fahid Minhas, waarschuwen dat dergelijke eisen woningbouwprojecten financieel onhaalbaar maken. Hij pleit ervoor dat gemeenten die extra eisen stellen, geen aanspraak meer kunnen maken op woningbouwsubsidies.

Met deze wetswijzigingen zet Keijzer in op minder regelgeving en snellere woningbouw, maar de verdeling tussen betaalbaar en commercieel bouwen blijft een politiek heet hangijzer.

Bron: fd.nl