PBL: Het realiseren van de circulaire economie moet sneller
6 februari 2023
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) publiceert al sinds 2016 iedere twee jaar hun Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER). Hierin schetst het PBL de stand van zaken omtrent de doelstellingen die in 2016 werden geformuleerd. Het rapport dat in 2022 werd geformuleerd baart zorgen. Er moeten grotere stappen worden genomen in Nederland om de circulaire economie echt vorm te geven.
2050
In 2016 besloot het toenmalige kabinet Rutte III dat Nederland in 2050 een volledig circulaire economie moet hebben. Met andere woorden: er is in principe geen afval meer. Alles wat wordt aangeboden door burgers en bedrijven moet worden hergebruikt. Het kabinet heeft nu een soort ’tussen ambitie’ geformuleerd. Die komt er op neer dat Nederland rond 2030 nog de helft aan mineralen en fossiele grondstoffen zoals aardgas en aardolie gebruikt ten opzichte van 2016. Dit doel moet worden bereikt door meer gebruik te maken van biologische grondstoffen, vermindering van gebruik van grondstoffen en het verlengen van de levensduur van producten.
Vermindering grondstofgebruik
In de Integrale Circulaire Economie Rapportage die het PBL in 2020 presenteerde werd een daling van 7% gemeld van het gebruik van grondstoffen. Het ging om In totaal ging het om 359 miljard kilogram aan grondstoffen. De afname ten opzichte van 2018 lijkt positief, maar werd vooral veroorzaakt door de uitbraak van corona. Hierdoor werd er onder andere minder gebruik gemaakt van auto’s en vliegtuigen vanwege reisbeperkingen en thuiswerken. Toch gaat het in Nederland niet heel slecht in vergelijking tot andere Europese landen. Bijna 80% van het afval wordt gerecycled. Het probleem is alleen dat het recyclen nog niet efficiënt genoeg gebeurt. Daardoor komt er onder andere plastic terecht tussen ander afval. Daardoor kan er niet optimaal gebruik worden gemaakt van de gewonnen grondstoffen. Het gevolg is dat er minder gelijkwaardige producten voor terugkomen.
Meer dwingende wetgeving
Het PBL dringt aan op wetgeving die meer eisen stelt. Zo zou bijvoorbeeld een tiende deel van een nieuw gebouw uit gerecycled materiaal moeten bestaan. Dat percentage wordt vervolgens systematisch verhoogd. Daarnaast kunnen producenten worden gestimuleerd om minder fossiele grondstoffen te gebruiken door daar een extra heffing op te leggen. Ook kunnen zij een bijdrage leveren door bijvoorbeeld elektrische apparaten zodanig te ontwerpen dat ze eenvoudiger kunnen worden gerepareerd in plaats van vervangen.
Bron: NRC