Particuliere vastgoedbeleggers verkopen massaal huurwoningen

Historisch hoog aantal verkopen

Particuliere vastgoedbeleggers verkopen op grote schaal hun huurwoningen. Uit recente cijfers van het Kadaster blijkt dat eind 2024 het hoogste aantal verkopen sinds 2020 werd geregistreerd. Vooral starters grepen hun kans om een koopwoning te bemachtigen.

Volgens Nils Kok, hoogleraar Real Estate Finance aan Maastricht University, is de trend duidelijk: er verdwijnen meer huurwoningen dan dat er bijkomen. De combinatie van strengere regelgeving en nog steeds hoge huizenprijzen maakt dit voor veel beleggers het ideale moment om hun vastgoed van de hand te doen.

Mogelijke versoepeling van regelgeving

De politiek volgt deze ontwikkeling nauwlettend. Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting heeft aangegeven dat ze de door haar voorganger Hugo de Jonge ingevoerde regels voor beleggers mogelijk wil versoepelen als de verkoopgolf doorzet. Die regels moesten particuliere verhuur ontmoedigen, maar lijken nu vooral het aanbod te verkleinen. Toch zijn grotere institutionele vastgoedbeleggers minder enthousiast over versoepelingen. Zij vrezen dat een koerswijziging extra onzekerheid brengt, wat nieuwbouwprojecten in gevaar kan brengen.

Huurwoningen steeds vaker verkocht

Hoewel makelaars en verhuurplatforms zoals Pararius signaleren dat het aanbod aan huurwoningen flink afneemt, blijven institutionele beleggers relatief stabiel in de markt. Dit komt doordat zij nieuwbouw blijven ontwikkelen en aankopen. Toch kromp het percentage huurwoningen in bezit van particuliere investeerders van 9,4% begin vorig jaar naar 9,2% nu.

In het vierde kwartaal van 2024 verkochten particuliere en bedrijfsmatige beleggers samen 20.150 huurhuizen, een forse stijging ten opzichte van de 12.000 verkopen een kwartaal eerder. Dit is het hoogste aantal sinds eind 2020. Tegelijkertijd werden slechts 9500 huurwoningen aangekocht. Over heel 2024 werden er 29.300 meer huurwoningen verkocht dan gekocht.

Van deze verkopen ging ongeveer 8000 woningen naar particuliere kopers die er zelf in gaan wonen. Vooral kleinere particuliere beleggers hebben hieraan bijgedragen, terwijl bedrijfsmatige beleggers terughoudender waren. De verkooptrend is het sterkst zichtbaar in grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

Woningverhuur steeds minder aantrekkelijk

De daling in het aantal huurwoningen is grotendeels toe te schrijven aan nieuwe overheidsmaatregelen. Beleggers worden geconfronteerd met een hogere vermogensrendementsheffing in box 3, het verbod op tijdelijke huurcontracten en de Wet betaalbare huur, die sinds juli 2023 de huurprijzen van duizenden woningen omlaag dwingt.

Hoewel deze regels zijn bedoeld om huurwoningen betaalbaarder te maken, stellen critici dat ze juist het tegenovergestelde effect hebben. Beleggers zien verhuren steeds minder zitten en besluiten hun woningen te verkopen. Dit beperkt de keuzemogelijkheden voor huurders en kan op termijn leiden tot een krapper huurwoningaanbod.

Volgens hoogleraar Kok is de Wet betaalbare huur slechts een van de factoren. De hogere belastingdruk en de enorme waardestijging van woningen spelen een minstens zo grote rol. “Veel beleggers zien nu een kans om hun winst te verzilveren en grijpen die met beide handen aan,” aldus Kok.

Verkoopgolf houdt aan

Het Kadaster vermoedt dat het aantal verkopen nog hoger ligt dan gerapporteerd, omdat het alleen verhuurders met drie of meer woningen als belegger bestempelt. Uit aanvullend onderzoek blijkt dat ongeveer 70% van de tweede woningen ook wordt verhuurd, en juist in deze groep is het aantal verkopen fors toegenomen.

Woningmarktexperts verwachten dat deze trend nog wel even doorzet. “Zodra een huurwoning vrijkomt, kan een belegger kiezen tussen verhuren of verkopen. Met de huidige huizenprijzen is dat laatste vaak een aantrekkelijke optie,” zegt Rabobank-econoom Nic Vrieselaar.

Toekomstige ontwikkelingen hangen grotendeels af van nieuwbouwprojecten. Hoewel de korte termijn een daling in huurwoningaanbod laat zien, werden er vorig jaar meer vergunningen voor huurwoningen afgegeven dan in de afgelopen tien jaar. De vraag is of deze nieuwe woningen het verlies door de uitverkoop van particuliere beleggers kunnen compenseren.

Bron: fd.nl