Onteigeningsprocedures door de overheid flink gedaald
19 april 2022
Het komt steeds minder vaak voor: een onteigening van grond door de overheid. In vergelijking meg 1995 is het aantal zaken waar de overheid en de grondeigenaar tegenover elkaar stonden voor de rechter fors gedaald. Ruim twintig jaar geleden, in 2000, waren er nog 230 onteigeningsprocedures waar de rechter een vonnis uitsprak. In 2021 ging het nog om een kleine 25 zaken.
Vaker overdracht in goed overleg
Het aantal vierkante meters grond dat door de overheid werd verworven bleef vrijwel gelijk. Daaruit kan worden geconcludeerd dat de overdracht van grond in veel meer gevallen dan enkele decennia geleden in goed overleg plaatsvindt. Het Kadaster komt met een rapport over onteigening op het moment dat de discussie hierover weer oplaait. Het gaat daarbij vooral om het onteigenen van grond van boeren om de uitstoot van stikstof te verminderen, met name in de buurt van kwetsbare natuurgebieden.
Gedwongen onteigening is zeldzaam
Slechts in 11% van de gevallen was er sprake van gedwongen onteigening sinds 1995. Soms werd er al wel een gerechtelijke procedure gestart maar kwamen de overheid en de grondeigenaar alsnog tot een schikking. Sinds 1995 waren er 18120 zaken waarbij grond door de overheid werd aangekocht en er sprake was van onteigening. Maar slechts in 2.262 gevallen kwam de rechter er aan te pas voordat de onteigening een feit was.
Minnelijk overleg
De Onteigeningswet, die vanaf 2023 opgaat in de Omgevingswet, schrijft voor dat de overheid altijd eerst in gesprek moet gaan met de eigenaar van de grond die zij wil verwerven. Deze eigenaar dient minimaal 1 schriftelijk aanbod te krijgen om schadeloos te worden gesteld. Komt er geen overeenstemming dan volgt nog een administratieve procedure waarbij de overheid een ‘laatste aanbod’ doet. Gaat de grondeigenaar ook daar niet mee akkoord dan kan de gang naar de rechter worden gemaakt. Een onteigeningsprocedure kan 3 tot 5 jaar in beslag nemen.
Meeste onteigeningen in Zuid-Holland en Noord-Brabant
Uit de cijfers van het Kadaster blijkt dat onteigening van grond het vaakst voorkomt in de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland. In Groningen en Drenthe wordt veel minder vaak onteigend. Meestal is het de gemeente die een procedure tot onteigening start. Er werd vooral agrarische grond onteigend, het ging om 62% van het totaal. Het aantal hectare onteigende grond bleef in de periode van 1995 tot 2021 nagenoeg gelijk. De Staat onteigent de meeste grond. Dit is logisch omdat de Staat vaak grond nodig heeft voor de aanleg van wegen of voor natuurcompensatie. Zo onteigende de Staat voor de Hedwigepolder in Zeeuws Vlaanderen 300 hectare grond, 10% van het totaal dat de Staat onteigende sinds 1995.
Bron: Het Financieele Dagblad