Omgevingswet: uitdagingen bij de invoering

8 januari 2024

De langverwachte Omgevingswet, die op 1 januari in werking is getreden na herhaalde vertragingen, lijkt voorlopig niet het gewenste positieve effect te hebben op de ruimtelijke procedures in Nederland. Met een investering van bijna drie miljard euro beoogt de overheid versnelling, maar de realiteit wijst eerder op mogelijke vertragingen en uitdagingen.

Doel en uitdagingen van de OmgevingswetSuccesvol de Omgevingswet implementeren

De Omgevingswet bundelt 26 wetten over de fysieke leefomgeving en beoogt versnelling in besluitvorming over diverse initiatieven, variërend van woonwijken tot zonnepanelen op huizen. Ondanks het streven naar ‘Eenvoudig beter’, voorzien experts de komende jaren eerder vertraging. Zorgen nemen toe over mogelijke achterstelling van minder mondige burgers en de invoeringskosten van 2,7 miljard euro roepen vragen op.

Flexibiliteit en digitale facilitator

De wet biedt voordelen, zoals flexibeler te hanteren regels en het combineren van diverse ruimtelijke opgaven. Een cruciaal aspect is het digitale stelsel, dat burgers in staat moet stellen om met een paar muisklikken vergunningen te regelen. Echter, de implementatie van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) verliep moeizaam door problemen bij de aansluiting van gemeentelijke software op de Rijksoverheid, wat leidde tot vijf uitstelrondes.

Kritiek en zorgen

Kritiek vanuit verschillende hoeken, waaronder de Raad van State en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, wijst op mogelijke juridische complicaties en toenemende tweedeling in de maatschappij door gebrekkige participatie. De vrees bestaat dat minder mondige burgers benadeeld zullen worden. De commissie-VTH uitte zorgen over de effectiviteit van de wet in het indammen van vervuilende praktijken van grote bedrijven.

Uitdagingen en terugverdientijd

Ondanks het potentieel van de Omgevingswet voor het combineren van ruimtelijke ambities, wordt de weg naar ‘eenvoudig beter’ bemoeilijkt. Onderzoek wijst op een terugverdientijd van gemeentelijke investeringen tot 35 jaar, en rechtszaken dreigen een rem te vormen op noodzakelijke ruimtelijke ontwikkelingen. De vraag rijst of gemeenten in staat zullen zijn participatie zo vorm te geven dat alle burgers zich gehoord voelen, vooral in confrontatie met grote private partijen.

Bron: nrc.nl