Nederland heeft rond 2030 circa 1 miljoen extra huizen nodig – hoe denkt de politiek daarover?
15 maart 2021
In Nederland is een dringend woningtekort van nu al zo’n 330.000 huizen. Dat tekort loopt de komende jaren in rap tempo op. Om de woningnood in Nederland op te lossen moeten er jaarlijks bijna 100.000 nieuwe woningen worden gebouwd. Met de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021 hebben alle politieke partijen woningbouw in hun programma staan. Bouwen, bouwen, bouwen, is het devies. Maar hoe eenvoudig en hoe realistisch zijn de plannen? Is er wel genoeg ruimte in Nederland voor zoveel extra huizen? Het huidige kabinet erkent ook dat er te weinig woningen zijn. Daarom werd in 2019 een bedrag van 1 miljard euro beschikbaar om de woningbouw te stimuleren. De ambitie was om jaarlijks 75.000 extra woningen te bouwen. Dit lukte niet, onder andere vanwege problemen met Pfas en de uitstoot van stikstof. De politiek heeft verschillende ideeën over het oplossen van het woningtekort.
Voor wie zijn de woningen nodig?
De huidige huizencrisis treft vrijwel iedere doelgroep. Starters op de woningmarkt worden vaak genoemd, omdat zowel betaalbare koopwoningen als huurwoningen schaars zijn. Maar er is ook een tekort aan goede seniorenwoningen, waardoor ouderen in hun vaak te grote woning blijven zitten. Omdat koophuizen schaars en duur zijn stromen ook gezinnen niet door uit hun huurhuis waardoor starters langer op de wachtlijst staan. Daarom is de vraag naar betaalbare koopwoningen groot, maar ook naar huurwoningen met een middenhuur tussen de 700 en 1000 euro. Politieke partijen zijn van mening dat ook corporaties woningen met een middenhuur mogen bouwen. Dat is opmerkelijk, omdat de politiek enkele jaren geleden nog van mening was dat het bouwen van sociale huurwoningen de kerntaak was van woningcorporaties.
Waar moet er worden gebouwd?
Rechtse partijen zijn van mening dat voor de bouw van extra woningen de randen van steden en dorpen moeten worden benut. Politiek links lost de woningnood liever op door de woongebieden te ‘verdichten’ omdat ze liever niet zien dat er groen wordt opgeofferd voor de woningbouw. De PvdA en ChristenUnie geven wel aan dat bouwen aan de randen van de stad eventueel een optie is, omdat daar vaak ook al goede voorzieningen zijn zoals openbaar vervoer. Alleen GroenLinks is faliekant tegen bouwen buiten de bestaande kernen. Voor partijen als het CDA en de VVD is ‘bouwen in het groen’ een goede optie, omdat zij het belang van voldoende goede huisvesting belangrijk vinden.
De regie bij de overheid
Alle grotere partijen zijn van mening dat er een apart ministerie moet komen om het woningtekort op te lossen. Of het nu een pleidooi is voor de terugkeer van het Ministerie van VROM of een nieuw Ministerie Wonen of Ruimtelijke Ordening, alle partijen hebben het in hun verkiezingsprogramma staan. Het Rijk moet de regie nemen om de bouw van voldoende nieuwe huizen in goede banen te leiden. Een concrete invulling van het woonbeleid hebben de partijen nog niet. Hierover zullen naar verwachting bij de coalitiebesprekingen na de verkiezingen nog pittige discussies worden gevoerd.
Bron: Het Financieele Dagblad