Minister De Jonge (VRO) wil minimaal 30% sociale huurwoningen per gemeente
22 mei 2022
Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening wil haast maken met zijn plannen om het aantal sociale huurwoningen in Nederland op peil te brengen. Hij wil een norm stellen van 30% voor alle Nederlandse gemeenten. Grote gemeenten voldoen hier vaak al aan. Sterker nog: veel grote steden gaan er ruim overheen. Maar vooral kleinere gemeenten halen deze norm bij lange na niet. Deze gemeenten staan ook niet te juichen bij de plannen van de minister.
Meer woningen voor zwakkeren in de samenleving
Met zijn plannen voor het opleggen van de verplicht voor minstens 30% sociale huurwoningen wil minister De Jonge gemeenten dwingen om sociaal zwakkeren te huisvesten. Statushouders, arbeidsmigranten, ex-gedetineerden en daklozen komen nu heel moeilijk aan een woning. Door de norm aan te scherpen moeten deze groepen straks sneller geholpen kunnen worden. Maar gemeenten zien vooral problemen. Mensen die in aanmerking komen voor een sociale huurwoning doen vaker een beroep op zorg en op een uitkering. Dat betekent dat voor gemeenten de kosten omhoog gaan. Vooral plattelandsgemeenten hebben nu veel minder sociale huurwoningen dan de minister zou willen. Daar is het voorzieningenniveau ook op aangepast, claimen ze.
‘Een thuis voor iedereen’
De minister presenteerde half mei 2022 zijn notitie ‘Een thuis voor iedereen’. Hierin worden de plannen uiteengezet om de huisvesting van bepaalde doelgroepen beter te spreiden en dit niet alleen op de grote steden te laten aankomen. De norm voor 30% sociale huurwoningen is gebaseerd op en eerder uitgevoerd onderzoek door diverse ministeries, woningcorporaties en gemeenten. In de periode tussen 2015 en 1020 daalde het aantal woningen van corporaties met 20.000. Er werd veel gebouwd, maar ook veel gesloopt. Het is de bedoeling dat de overheid weer meer zeggenschap krijgt over de woningbouw en daar passen de nu gepresenteerde plannen van minister De Jonge goed bij.
Grote steden voldoen wel aan de norm
In Amsterdam is bijna 50% van de huizen een sociale huurwoning. In Groningen is dat zelfs bijna 60%. Maar uit onderzoek, uitgevoerd door dagblad Trouw, blijkt dat twee derde van de Nederlandse gemeenten momenteel geen 30% sociale huurwoningen heeft. In de Drentse gemeente Tynaarlo is slechts 18% van de huizen een sociale huurwoning. Wethouder Arjen Maathuis baarde licht opzien met zijn uitspraken dat wat hem betreft in zijn gemeente Almelo sociale huurwoningen plaats moesten maken voor koophuizen en huurhuizen in de vrije sector. Dit zou ertoe leiden dat mensen naar buiten de stad zouden verhuizen waardoor de druk op voorzieningen voor Almelo daalde. Hij vindt nog steeds dat deze uitspraken gerechtvaardigd zijn omdat veel randgemeenten hun verantwoordelijkheid onvoldoende nemen en uitsluitend koopwoningen en duurdere huurwoningen laten bouwen.
Belemmeringen voor gemeenten
Sommige gemeenten willen wel voldoen aan de norm die de minister stelt, maar lopen tegen problemen aan. Zo is bouwgrond duur en willen projectontwikkelaars geen sociale huurwoningen bouwen omdat die te weinig rendement opleveren. De gemeente Haarlemmermeer, die onder de norm van 30% sociale huur zit, wil daar best iets aan doen. Maar dan moet het Rijk daar wel de helpende hand bij bieden, zo stelt woonwethouder Fouad Sidali (PvdA). Ook overkoepelende organisatie Aedes van woningcorporaties deelt deze mening.
Bron: Het Financieele Dagblad