Maakt de gemeente Rotterdam plannen met te grote risico’s?
30 september 2019
De Rekenkamer van de Rotterdamse gemeenteraad maakt zich zorgen. De gemeente maakt veel ambitieuze bouwplannen. Deze plannen brengen vaak grote financiële risico’s met zich mee die soms niet goed worden overzien. De Rekenkamer pleit er dan ook voor om bij het maken van ambitieuze toekomstplannen voor de stad beter te kijken naar de financiële gevolgen daarvan.
Meerdere financiële debacles
De gemeente Rotterdam heeft de afgelopen jaren te maken gehad met meerdere financiële rampen als het om ambitieuze bouwplannen gaat. Een erfpachtkwestie rond het project Schiekadeblok, waar vastgoed wordt gerealiseerd, kostte de gemeente 20 miljoen euro. En dan is er het drama rond het Warmtebedrijf Rotterdam. De gemeente is hiervan aandeelhouder en als het Warmtebedrijf ‘omvalt’ kan de schade voor de gemeente Rotterdam oplopen tot maar liefst 200 miljoen euro.
De risico’s van het nieuwe stadion voor Feyenoord
Rotterdam staat aan de vooravond van één van de grootste bouwprojecten sinds de herbouw na WO II. Het nieuwe stadion voor voetbalclub Feyenoord moet een prestigeproject worden. De gemeente is van plan de grond onder het stadion te kopen en vervolgens aan de club te verpachten. Daarnaast neemt Rotterdam een flink belang in het stadion. Feyenoord City moet niet alleen het nieuwe stadion gaan herbergen maar ook woningen, winkels, horeca en kantoren.
Een leermoment voor het Rotterdamse college van B&W
De Rekenkamer ziet de uitkomsten van het onderzoek naar ambitieuze bouwplannen van de gemeente Rotterdam als een belangrijk leermoment voor het Rotterdamse college van B&W. Wethouders moeten veel meer oog hebben voor de financiële risico’s van grote projecten. Daarnaast moet er beter worden geluisterd naar maatschappelijke organisaties, burgers en deskundigen voordat de gemeenteraad instemt met een project. Alleen dan kunnen alle projecten zo succesvol worden als de verbouwing van Rotterdam CS en de Kop van Zuid. Want er gaan ook projecten wel goed in de Maasstad.
Bron: Het Financieele Dagblad