Kabinet twijfelt, energietransitie raakt in zwaar weer
10 april 2025
Stroef klimaatbeleid remt duurzame plannen
Windparken zonder inschrijvers, stilgevallen warmtenetten en bedrijven die wachten op een stroomaansluiting: het is geen fraai beeld. De energietransitie, ooit een speerpunt in Den Haag, zit muurvast. En dat komt niet alleen door de overvolle netten of stroef lopende procedures, maar vooral door wankelend overheidsbeleid.
Het kabinet-Schoof kiest voor voorzichtigheid. Nieuwe klimaatregels worden geschrapt, bestaande verplichtingen teruggedraaid. Dat zorgt voor verwarring bij bedrijven, burgers én gemeenten die juist al plannen hadden gemaakt op basis van eerder beleid.
Subsidiëren is niet genoeg voor groene investeringen
Sinds het Klimaatakkoord van 2019 rust het klimaatbeleid op drie poten: subsidiëren, normeren en beprijzen. In theorie een mooi evenwicht, in de praktijk blijkt vooral die eerste poot stevig in gebruik. Van elektrische auto’s tot zonnepanelen, het regende subsidies.
Maar alleen met financiële prikkels red je het niet, waarschuwen experts. Zonder duidelijke regelgeving en bijbehorende belastingen blijven duurzame investeringen risicovol. Zeker als de overheid telkens van koers verandert. Ondernemers hebben behoefte aan consistent beleid dat vertrouwen wekt op de lange termijn – niet aan subsidiepotjes die zomaar verdwijnen.
Politieke koudwatervrees voor klimaatregels
Zodra strengere klimaatregels in beeld komen, duikt de politiek weg. Want elke maatregel kent verliezers: consumenten, bedrijven of complete sectoren die meer gaan betalen of moeten investeren. En dus wordt uitstel vaak als de veiligste route gezien.
Rekeningrijden, vliegbelasting, warmtepompverplichtingen: allemaal plannen die jarenlang zijn aangekondigd maar nauwelijks zijn uitgevoerd. Daarmee ontstaat een vreemde paradox: bedrijven vragen om duidelijke spelregels, maar overheden durven ze niet te geven.
Groen beleid vraagt om slimme marktinterventies
Toch hoeft duurzaam beleid niet alleen uit regels te bestaan. Overheden kunnen ook op andere manieren zekerheid bieden. Denk aan afspraken tussen windparkontwikkelaars en stroomafnemers, zodat investeringen sneller van de grond komen.
Ook gericht compenseren is een kansrijke route. Maak gasverbruik duurder, maar geef huishoudens met een smalle beurs een toeslag. Zo wordt vergroening betaalbaar én eerlijk verdeeld. Volgens de Raad van State is deze combinatie van stimuleren én verzachten cruciaal om het draagvlak te behouden.
Europa als uitweg voor oneerlijke concurrentie
Soms kan Nederland niet in z’n eentje de markt veranderen. Neem de discussie over circulair plastic: als alleen Nederlandse producenten worden verplicht gerecycled materiaal te gebruiken, lopen ze het risico klanten te verliezen aan buitenlandse concurrenten.
Daarom pleiten brancheorganisaties en bedrijven voor Europese regelgeving. Als iedereen zich aan dezelfde eisen moet houden, ontstaat een gelijk speelveld. Bovendien versterkt dit de vraag naar duurzame grondstoffen, wat weer investeringen losmaakt in bijvoorbeeld recycling, groene staalproductie of nieuwe energiebronnen.
Twijfel en vertraging brengen markt in verwarring
Het kabinet laat graag aan Brussel over wat het eigenlijk zelf zou moeten regelen. Maar dat maakt het speelveld onzeker. Investeerders wachten liever af tot duidelijk is welke kant het opgaat. Dat belemmert niet alleen de aanleg van windparken, maar ook investeringen in opslagsystemen, infrastructuur en schone industrie.
Terwijl landen als België en Duitsland al concrete keuzes maken – denk aan btw-verlagingen voor warmtepompen of CO2-heffingen op verwarming – twijfelt Nederland. Het gevolg: afkoelende markten, onduidelijkheid voor bedrijven en gemiste kansen op versnelling.
Bron: nrc.nl