Rutte IV wil de woningcrisis en de stikstofproblemen ambitieus aanpakken
18 januari 2022
Het kabinet Rutte IV is half januari 2022 aan de slag gegaan. Het regeerakkoord wordt in de week van 17 januari aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Hierin staan ambitieuze plannen voor de woningmarkt en het stikstofbeleid. Het kabinet krijgt na 10 jaar weer een apart ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, geleid door voormalig minister voor Volksgezondheid Hugo de Jonge van het CDA. Hij krijgt in ieder geval de taak om de door woningcorporaties zo gehate verhuurdersheffing af te schaffen. In ruil daarvoor moeten de corporaties meer woningen gaan bouwen. Waar het budget voor de afschaffing, zo’n 2 miljard euro per jaar, gevonden moet worden is nog niet bekend. Het moet voor institutionele beleggers aantrekkelijk blijven om in vastgoed te investeren. Daar staat tegenover dat de huren in de vrije sector niet te hard mogen stijgen. Daar zit een tegenstrijdigheid in waar De Jonge nog een oplossing voor moet zien te vinden.
Verhogen van het aantal nieuwe woningen
In het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV staat dat er binnen afzienbare tijd minimaal 100.000 woningen per jaar moeten worden gebouwd. Twee derde daarvan moet betaalbaar zijn, zowel huur als koop. Het is voor de nieuwe minister zaak om alle spelers op de woningmarkt dezelfde kant op te laten bewegen. Gemeenten, provincies en woningcorporaties worden zijn belangrijkste gesprekspartners. De rode draad in het woningbeleid is regie vanuit de overheid, iets waar de afgelopen jaren nauwelijks sprake was.
Stikstof kan een struikelblok worden
Mooie plannen heeft het kabinet Rutte IV genoeg. Maar daarbij moet rekening worden gehouden met de regels voor de uitstoot van stikstof. En dat kan een probleem worden. Niet alleen bij woningbouw, maar ook bij het aanleggen van infrastructuur. Nieuwe wegen, maar ook werkzaamheden voor het in gebruik nemen van duurzame energie kunnen erdoor in de knel komen. Het uitkopen van boeren die willen stoppen, bijvoorbeeld omdat ze geen opvolger hebben, kan enig soelaas bieden, maar veel levert dit niet op. Schattingen gaan ervan uit dat ongeveer 12% van de varkens en koeien momenteel op bedrijven woont die hiervoor in aanmerking komen.
Compensatie voor boeren
In het regeerakkoord gaat het niet alleen over het uitkopen van boeren. Agrarische bedrijven die doorgaan moeten minder gaan produceren. Het verlies aan inkomsten dat dit tot gevolg heeft moet met subsidie worden gecompenseerd. Hiervoor is tot 2030 een budget van 20 miljard euro beschikbaar. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vraagt zich nu al af of dat genoeg is. Het stoppen of verminderen van de productie gebeurt in eerste instantie op basis van vrijwilligheid. Als dat onvoldoende oplevert zal de nieuwe staatssecretaris, Christiane van der Wal, desnoods ‘op het erf’ het gesprek aan gaan met boeren om hen te overtuigen.
Bron: Het Financieele Dagblad