Investeren in leefomgeving vermindert kosten
9 maart 2020
In de leefomgeving investeren gebeurt op dit moment op vele manieren. Het doel is daarbij altijd om de omgeving meer aantrekkingskracht te geven. Inwoners moeten hierin ook inspraak hebben en raken daardoor ook nog eens meer betrokken. Dat blijkt uit het rapport: ‘Stedenbouw, gezondheid en welzijn’.
Het onderzoek
Het onderzoek gaat verder dan wat in de leefomgeving investeren voor waarde heeft. Er is een verbinding gelegd tussen de daadwerkelijke ontwikkeling en de kennis die is opgedaan in sociale wetenschap over welzijn. Zo is te zien hoe stedenbouwkundigen met goede ingrepen het welzijn beter kan maken. Wat kosten ook verlaagt op termijn.
Blijvende besparing op de kosten
Uit het onderzoek blijkt dat investeren in de leefomgeving substantiële kostenbesparingen kan opleveren. Er zijn indicaties dat dit tot anderhalf miljoen euro per jaar kan zijn in een wijk van 3.600 inwoners. Meer groen en zorgen voor meer sociale cohesie bieden direct al minder kosten voor gezondheidszorg.
Het opvangen van zorg
In de leefomgeving investeren op het gebied van sociale cohesie draagt bij aan kostenvermindering voor zorg. Denk aan jeugdzorg. Veel is op te vangen met niet professionele ondersteuning die door deze cohesie gestimuleerd wordt. Denk anderzijds ook aan verminderde problemen met bijvoorbeeld eenzaamheid, daar zijn nu geen cijfers over berekend in het rapport.
Het soort investeringen
Er zijn vijf ingrepen die hoog scoren. Denk aan een groene straat, een muziektempel, volkstuinen en eenheden van woningen en functiemenging. Die hebben relatief meer effect op zaken als gezondheid en welzijn. Er zijn daardoor dus niet alleen kosten te besparen, er is ook winst voor de bevolking uit te halen.
Problemen met de uitvoering
De effecten van bijvoorbeeld meer openbaar groen zijn al langer bekend. Dat dit echter niet breed wordt doorgevoerd heeft onder andere te maken met de marktwerking. De overheid faciliteert alleen. Daardoor wordt er onvoldoende naar de kosten en baten gekeken. Alleen de financiële cijfers spelen een rol, maar de immateriële zaken blijven onderbelicht. Het is goed om hier een grotere rol in te nemen voor de lange termijn als overheid.
Rol van stakeholders
Niet alleen de gemeente heeft baat bij de kostenverlaging. Bijvoorbeeld ook ondernemers met personeel zijn stakeholders. Zoals ook de inwoners dat zelf zijn. Juist om bijvoorbeeld de ziektekosten te verlagen in de toekomst, is het goed wanneer zij erbij betrokken worden.
Fouten in de aanpak
In het rapport wordt geconcludeerd dat er fouten in het investeren in de leefomgeving worden gemaakt. Er zijn verschillende zaken waarop gewezen kan worden. Het is dan goed om naar de indicatoren van sociale cohesie te kijken. Dit zijn criminaliteit, leefbaarheid, morbiditeit, tevredenheid en zelfredzaamheid. Terwijl commerciële partijen vooral naar de financiële kant kijken. De indicatoren worden dan soms achteraf beoordeeld.
Tijdig bekijken
Door alleen achteraf naar de factoren te kijken, wordt een onvolledig beeld neergezet. Denk bijvoorbeeld aan de analyse van verhuisbewegingen. Wanneer veel verhuisd wordt in een week met weinig sociale cohesie, lijkt dat een factor te zijn. Terwijl eerst naar andere zaken gekeken moet worden. Wisselen van baan of uitbreiding van het gezin zijn voorbeelden van deze factoren.
Deventer als onderzoeksgebied
Dit onderzoek is gedaan in Deventer. In de leefomgeving investeren en het effect op bewoners staat daarin centraal. Het gaat om bijvoorbeeld groene straten, achterstraten overgangsgebieden naar sociale ruimtes en muziektempels en gebouwen met een verhaal. Dit vormt het eerste deel van het onderzoek.
Andere wijken
Niet alleen in Deventer is onderzoek gedaan. Verder wordt de invloed van de leefomgeving op de sociale cohesie onderzocht. De casus draait om wijken in Apeldoorn, Zwolle, Heerde en Deventer. Dit vormt het tweede deel van het onderzoek.
Bron: Stadszaken