Huizen bouwen in de fabriek

14 januari 2019

De vraag naar woningen blijft maar stijgen. De vraag naar bouwvakkers ook. Er zijn er namelijk veel te weinig. Hoe gaan we zoveel woningen bouwen terwijl er te weinig personeel is? Tijdens de economische crisis ging het aantal bouwvakkers van 483.000 naar 283.000. Nu de huizenmarkt floreert, blijkt dat er nu weer veel meer bouwvakkers nodig zijn. Maar ze zijn er niet meer. De kans is aanwezig dat het doel van 75.000 nieuwbouwhuizen in 2019 niet gehaald wordt.

Weinig personeel, hoge efficiëntie

Als er niet genoeg personeel is, dan moet het maar anders opgelost worden. Huizen bouwen moet sneller en efficiënter. Daarom grijpen bouwbedrijven steeds vaker naar prefab. Zo ook Bouwgroep Dijkstra Draisma. Folkert Linnemans, die verantwoordelijk is voor de innovatie bij het bedrijf, zegt dat zij een van de weinigen zijn die werken met prefab-productie en met robots.

Het bedrijf maakt huizen in zijn nieuwe fabriek. Alle onderdelen worden er van tevoren gemaakt en automatisch in elkaar gezet door een robot. De robot plakt 840 steenstrips per uur, waar een mens er maar 40 of 50 per uur doet. Elektriciteitskabels en leidingen worden in de fabriek al in de vloeren verwerkt. Ze ontwikkelen nu een soort behang waardoor er straks niet eens meer gestukt hoeft te worden.

Op deze manier heeft het bedrijf weinig personeel nodig en kan het toch veel huizen bouwen. In de fabriek zijn slechts twintig mensen nodig om duizend gevels per jaar te maken. En op locatie zijn er maar vijf mensen nodig om het huis in elkaar te zetten. En dat kan dan ook nog binnen één dag. Het record van het bedrijf is 45 huizen die binnen 60 dagen werden opgeleverd.

Huizen bouwen in de fabriek

Koop een huis alsof het een auto is

In de bouw worden dit soort technieken nog maar weinig toegepast. Veel woningen worden gemaakt aan de hand van de wensen van de toekomstige bewoners. Hierdoor duurt het proces langer en is het meer werk. Linnemans vindt dat vreemd. Auto’s worden ook aan de lopende band gemaakt, met slechts een paar keuzemogelijkheden voor de koper. En die auto’s kopen we ook allemaal. Waarom dan niet hetzelfde met huizen? Daarom biedt het bouwbedrijf een aantal standaard opties aan waaruit de kopers kunnen kiezen. En dat aantal is nog best hoog: er zijn honderden verschillende gevels mogelijk.

Toch willen mensen vaak maatwerk. Daarom werkt het bedrijf vooral voor woningcorporaties. Particulieren zijn nog geen doelgroep, maar kunnen dat wel worden. Daarom is het bedrijf nog lang niet klaar met innoveren.

Er moet op grotere schaal geproduceerd worden

De huizen die van tevoren gemaakt worden in de fabriek, kosten nu nog evenveel als een ‘gewoon’ huis. Dit komt doordat de investeringen die gedaan zijn, ook weer terugverdiend moeten worden. Linnemans voorspelt dat de prijzen omlaag kunnen zodra er op grotere schaal geproduceerd wordt. Hiervoor zijn niet alleen de fabrieken met de robots van belang. Ook de toeleveranciers moeten zich richten op deze manier van bouwen. Eigenlijk moet de hele bouw zich aanpassen. Pas dan wordt het pas echt efficiënt en kostendrukkend.

De vraag is of er banen verloren gaan als er steeds meer robots gebruikt worden in de bouw. Linnemans ziet dat nog niet gebeuren. Volgens hem is het personeelstekort zo groot dat zelfs als de gehele industrie nu met robots ging werken, er net voldaan zou kunnen worden aan de vraag. Bovendien blijven er altijd speciale projecten die niet door robots gedaan kunnen worden.

Je moet durven tijdens in de slechtere tijden

Volgens Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de Technische Universiteit Delft, wordt het woningtekort niet ineens opgelost door deze nieuwe manier van werken. Het wanneer is ook erg belangrijk zegt hij. Op het moment speelt de bouw in op de grote vraag. Maar het is belangrijker om juist de bouw te stimuleren wanneer de vraag afneemt. Ook in een crisis moeten we dus gewoon doorgaan met bouwen.

Dit is precies wat Bouwgroep Dijksma Draisma gedaan heeft en daarom gaat het erg goed met het bedrijf. De omzet is in twee jaar tijd verdubbeld en het personeelsbestand is flink uitgebreid. Het motto van de directeur is namelijk: “Je moet innoveren op het dieptepunt van je bedrijf, én je moet innoveren op het hoogtepunt. Doe je het als het slecht gaat, dan word je efficiënter. Doe je het als het goed gaat, dan blijf je vooroplopen.”

Bron: NRC.nl