Hoge Raad biedt verhuurders ademruimte bij huurverhogingen
2 december 2024
Huurverhogingen vrijesectorwoningen blijven binnen de regels
De Hoge Raad heeft bepaald dat jaarlijkse huurverhogingen door grote verhuurders van vrijesectorwoningen, zoals ASR en Vesteda, niet per definitie oneerlijk zijn. Een opslag van 3 procent bovenop de inflatie is daarmee juridisch toelaatbaar. Deze uitspraak, gebaseerd op een eerder advies van de procureur-generaal, biedt duidelijkheid in de juridische discussie die kantonrechters eerder aanwakkerden.
Meerdere kantonrechters oordeelden eerder dat deze verhogingen in strijd waren met Europese consumentenbeschermingsregels. Zij vonden dat de standaardbedingen in veel huurcontracten willekeur in de hand werkten, wat leidde tot onrechtvaardige verhogingen. Met de uitspraak van de Hoge Raad blijft de huidige praktijk grotendeels overeind.
Opluchting voor vastgoedbeleggers
Voor institutionele vastgoedbeleggers is de uitspraak een grote opluchting. Judith Norbart-ten Hoor, directeur van de branchevereniging IVBN, noemt de beslissing van de Hoge Raad een erkenning van het belang van redelijke huurverhogingen. “Ze zijn essentieel voor onderhoud, verduurzaming en de bouw van nieuwe woningen,” aldus Norbart-ten Hoor.
De vastgoedsector waarschuwde eerder dat een andere uitkomst miljarden euro’s aan terugbetalingen aan huurders zou kunnen betekenen. Dit zou het vertrouwen in de markt hebben geschaad en nieuwe investeringen in woningbouw bemoeilijkt.
Hoge Raad verduidelijkt onderscheid in huurverhogingen
De Hoge Raad heeft de juridische basis voor huurverhogingen verder uitgewerkt. Zij onderscheidt tussen een inflatiebeding, bedoeld om inflatie te compenseren, en een opslagbeding, waarmee verhuurders kostenstijgingen en de waardestijging van woningen in de huurprijs kunnen doorberekenen. Het oordeel maakt duidelijk dat oneerlijkheid van het ene beding niet automatisch geldt voor het andere.
De opslag van 3 procent bovenop de inflatie, zoals toegepast door ASR in de zaken die de Hoge Raad beoordeelde, wordt als rechtvaardig gezien. Volgens de Hoge Raad hebben verhuurders een legitiem belang om niet alleen inflatiecorrecties, maar ook extra kostenstijgingen door te berekenen.
Maximale huurverhogingen blijven bestaan
Hoewel de uitspraak belangrijk is voor de sector, blijven huurverhogingen in de vrije sector beperkt door overheidsmaatregelen. Sinds 2021 mogen verhuurders de huur jaarlijks verhogen met de inflatie plus maximaal 1 procentpunt, of de gemiddelde loonontwikkeling plus 1 procentpunt als deze lager is. Dit beleid blijft onverminderd van kracht en biedt huurders enige bescherming tegen buitensporige stijgingen.
De uitspraak van de Hoge Raad biedt echter een belangrijke juridische basis voor verhuurders en vastgoedbeleggers om de betaalbaarheid van hun vastgoedportefeuilles in balans te houden met noodzakelijke investeringen in de woningmarkt.
Bron: fd.nl