Hoge Raad aan zet in conflict over claim tegen vastgoedondernemer Van de Putte
13 februari 2020
Vastgoedondernemer Ronnie van der Putte is naar de Hoge Raad gestapt om te voorkomen dat het bedrijf een miljoenenclaim moet betalen vanwege een afgegeven huurgarantie. Van der Putte is grootaandeelhouder van Noordhagen, een vastgoedbedrijf dat in 2019 failliet ging. Twee bedrijven, te weten Staalbankiers en de Zweedse verzekeraar Folksam claimen een vordering te hebben op Noordhagen van 21 miljoen euro.
Huurdeal uit 1990 is de reden voor het geschil
In 1990 verkocht Noordhagen een pand aan een Zweedse belegger met de garantie het pand de komende drie jaar te zullen huren. De huur bedroeg 4 miljoen gulden per jaar. Staalbankiers stond garant voor 1 jaar huur. Het pand werd gehuurd door Nationale Nederlanden, tot dit bedrijf in 1992 vertrekt waarna het pand leeg komt te staan. Vervolgens ontstaat een jarenlang conflict over de huurgarantie.
In 2016 doet het Gerechtshof in Den Haag uitspraak: Staalbankiers en Folksam moeten aan hun betalingsverplichting voldoen. Staalbankiers besloot daarop aan zijn verplichtingen te voldoen en betaalde de claim van 5,9 miljoen euro. De Zweedse verzekeraar voldeed echter niet aan zijn verplichtingen. Volgens het bedrijf ontbraken hiervoor de benodigde financiële middelen. Folksam raakte bij deze deal betrokken als garant voor het inmiddels failliete Noordhagen.
Ingewikkelde constructie van bedrijven
Wat de zaak ingewikkeld maakt is dat alle bedrijven die bij deze kwestie betrokken zijn met elkaar te maken hebben. Vastgoedbaas Van de Putte was adviseur bij Noordhagen. Hij wil nu het faillissement van het bedrijf van tafel hebben, door de vordering van Staal Beheer op Noordhagen te betwisten. Daardoor zou er geen sprake meer zijn van meerdere schuldeisers waardoor de grond voor faillissement vervalt. Noordhagen heeft, zo blijkt uit de jaarcijfers, een reservering van ruim 14 miljoen euro, wat zou wijzen op erkenning van de vordering door Van de Putte. Nu hij in cassatie is gegaan bij de Hoge Raad zal het nog geruime tijd duren voordat er een definitieve uitspraak is.
Bron: Het Financieele Dagblad