Funderingsschade in Nederland: het miljardenprobleem dat blijft groeien

17 maart 2025

Een sluimerende crisis in de woningmarkt

Funderingsproblemen in Nederland zijn al decennialang bekend, maar de aanpak blijft uit. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) waarschuwde vorig jaar nog voor de enorme schade en kosten, maar sindsdien is er weinig actie ondernomen. Ondertussen blijft de schade oplopen, en met de toenemende droogte en bodemdaling wordt het probleem alleen maar groter.

Een schrijnend voorbeeld is de Rotterdamse wijk Bloemhof. Hier staan honderden woningen die zonder heipalen zijn gebouwd, of op houten palen die door droogte verrotten. De wijk is letterlijk aan het verzakken, met alle gevolgen van dien voor huiseigenaren, verhuurders en woningcorporaties.

De rekening loopt op

De kosten om funderingsproblemen aan te pakken zijn fors. Het herstel van een fundering kost al snel tussen de €45.000 en €150.000 per woning. Voor veel particuliere eigenaren en corporaties is dit een onmogelijke uitgave. In sommige gevallen wordt sloop en nieuwbouw als enige oplossing gezien, maar dat betekent extra financiële druk op woningcorporaties die ook nieuwe huizen moeten bouwen.

Volgens het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) hebben nu al 425.000 gebouwen funderingsschade of zullen ze dit voor 2050 krijgen. Zonder preventieve maatregelen kunnen de totale kosten oplopen tot meer dan €50 miljard.

Een bekend probleem dat wordt genegeerd

De funderingsproblematiek is niet nieuw. Al twintig jaar is bekend dat veel woningen op risicovolle grond staan, maar structurele aandacht van de markt ontbreekt. Makelaars en taxateurs kijken vaak alleen naar wat er boven de grond staat, terwijl funderingsrisico’s nauwelijks worden benoemd. Zelfs in gebieden waar schade bekend is, blijft de informatie in woningadvertenties vaak vaag.

Ook banken maken zich zorgen. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) pleit voor meer transparantie, zodat kopers beter worden geïnformeerd over de risico’s. ABN Amro waarschuwde in 2023 dat funderingsproblemen huizenprijzen met gemiddeld 12% kunnen verlagen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) dringt er dan ook op aan dat makelaars, taxateurs en kredietverstrekkers de risico’s zichtbaar maken.

Oproep voor een nationale aanpak

De RLI becijferde dat er de komende tien tot twaalf jaar minstens €12 miljard nodig is voor een effectieve aanpak. Toch heeft het nieuwe kabinet slechts €56 miljoen uitgetrokken, en dan nog alleen voor kennisontwikkeling en informatievoorziening. Een structurele oplossing blijft uit.

Volgens Jantine Kriens van de RLI is dat teleurstellend. De kosten komen nu volledig bij woningeigenaren te liggen, terwijl zij vaak niet wisten dat hun woning risico liep. De woningcorporaties, die naar schatting een derde van de getroffen woningen bezitten, zitten met enorme financiële uitdagingen. Iedere euro die naar funderingsherstel gaat, betekent minder budget voor nieuwbouw – en dat terwijl de woningnood al zo hoog is.

Zonder een serieuze nationale aanpak blijft funderingsschade een groeiend probleem met enorme financiële en maatschappelijke gevolgen. Hoe lang kan Nederland dit nog negeren?

Bron: fd.nl