Flexwoningen in de lift, maar vergunningen blijven struikelblok
13 februari 2025
Meer flexwoningen, maar niet genoeg
Het aantal gerealiseerde flexwoningen steeg in 2024 naar bijna 6.500, een flinke toename ten opzichte van de 5.100 van het jaar ervoor. Toch blijft dit aantal ver achter bij de ambitie van 15.000 woningen per jaar, zoals de vorige woonminister voor ogen had. Volgens Wim Reedijk van het expertisecentrum Flexwonen ligt het probleem vooral bij de lange en ingewikkelde vergunningstrajecten.
De markt zelf is er klaar voor: de vraag naar huurwoningen is groot en bouwbedrijven kunnen de productie van modulaire woningen gemakkelijk opschalen. De overheid helpt ook een handje mee door de subsidieregeling voor flex- en transformatiewoningen (SFT) begin dit jaar te versoepelen. Reedijk verwacht daarom een stabilisatie of zelfs een lichte stijging van het aantal nieuwe flexwoningen in 2024.
Bureaucratie en vergunningen vertragen de groei
Ondanks deze positieve ontwikkelingen blijft de doelstelling van 15.000 flexwoningen per jaar voorlopig buiten bereik. In 2022 werd nog 100 miljoen euro uitgetrokken om met een speciale Taskforce gemeenten, corporaties en marktpartijen te ondersteunen bij de bouw van tijdelijke woningen. Maar de praktijk blijkt weerbarstig.
Het gebrek aan beschikbare bouwlocaties speelt een grote rol. En áls er een locatie is, duurt het verkrijgen van een omgevingsvergunning vaak te lang. Bovendien zijn investeerders terughoudend: tijdelijke bouwprojecten brengen onzekerheden met zich mee, waardoor financiers niet staan te springen om geld in flexwoningen te steken.
Omgevingswet maakt het niet eenvoudiger
De nieuwe Omgevingswet had het vergunningstraject moeten stroomlijnen, maar pakt in de praktijk niet per se voordelig uit voor flexwoningen. Waar tijdelijke woningen voorheen eenvoudiger te realiseren waren dan permanente woningen, is dat verschil nu verdwenen. Dit leidt ertoe dat corporaties en ontwikkelaars zich afvragen of het niet verstandiger is om direct permanente woningen te bouwen in plaats van tijdelijke oplossingen te kiezen.
Financiële onzekerheid remt investeringen
Een ander struikelblok is de terugverdientijd van flexwoningen. In tien jaar tijd is het lastig om een sluitende businesscase te maken, zeker als er geen zekerheid is dat een tijdelijke locatie vervangen kan worden door een nieuwe plek wanneer de termijn afloopt. Gemeenten kunnen die garantie vaak niet bieden, wat investeerders terughoudend maakt.
Als er écht meer flexwoningen gerealiseerd moeten worden, moeten gemeenten langer lopende gronduitgiftes overwegen. Maar vooral moeten ze flexwonen hoger op de prioriteitenlijst zetten. Want uiteindelijk ligt de grootste uitdaging bij de ambtelijke capaciteit: zonder voldoende mensen op de afdelingen ruimtelijke ordening en vergunningverlening blijven flexwoningen een moeizame oplossing voor een urgent probleem.
Bron: cobouw.nl