Flexwoningen blijven in de opslag omdat gemeenten ze niet willen plaatsen
15 mei 2023
Het kabinet was er razend enthousiast over: Flexwoningen. Er werd 200 miljoen euro vrijgemaakt om op korte termijn zo’n 2.000 van deze woningen te produceren en te plaatsen. Het was volgens de regering een perfecte oplossing voor het nijpende woningtekort onder diverse doelgroepen. Starters, statushouders en anderen die met de nodige spoed een huis nodig hebben waren ermee geholpen. Maar nu de woningen eenmaal zijn geproduceerd blijven ze in de opslag. Want gemeenten staan niet bepaald in de rij om er een locatie voor aan te wijzen.
Woningen in de opslag
Van de 2.000 door het Rijk bestelde flexwoningen liggen er halverwege 2023 nog tientallen in de opslag. Volgens een woordvoerder van woonminister Hugo de Jonge lopen er onderhandelingen over het vinden van locaties om deze huizen te plaatsen. Voor in totaal 800 woningen is nog geen bestemming gevonden. Wim Reedijk van het Expertisecentrum Flexwonen vindt de situatie uiterst onwenselijk. Zo veel mensen die op zoek zijn naar een huis, en dan gemeenten die niet doorpakken met het aanwijzen van locaties. Ook bouwers van flexwoningen zijn teleurgesteld. Zij doen hun best om de huizen zo snel mogelijk te leveren, maar nu belandt een deel in door het Rijk gehuurde loodsen.
Twijfels bij corporaties en gemeenten
Woningcorporaties aarzelen met het inzetten van flexwoningen. Ze twijfelen of de verhuur van deze woningen uiteindelijk rendabel zal zijn. Gemeenten zijn bang voor protesten van omwonenden bij het plaatsen van tijdelijke woningen. Veel omwonenden vrezen overlast vanwege de beoogde doelgroepen voor de flexwoningen. Als het aan het kabinet ligt telt Nederland eind 2024 minimaal 34.500 van dit soort tijdelijke woningen. Ze zijn bedoeld voor een periode van zo’n 10 tot 15 jaar. Met de investering voor de eerste 2.000 wilde de overheid de productie op gang helpen. Maar de huidige situatie biedt weinig hoop voor de toekomst.
Woningen voldoen niet aan de eisen
Een reden waarom flexwoningen geen bestemming vinden is dat ze soms niet voldoen aan de eisen van gemeenten of woningcorporaties. Er werd niet in alle gevallen met gemeenten overlegd. Zo werden er gestapelde woningen besteld voor 3 verdiepingen. Gemeenten willen alleen laagbouw of juist liever een complex van 5 verdiepingen. Het is bovendien de bedoeling dat de tijdelijke woningen in groepen van 48 stuks worden geplaatst. Niet alle beschikbare kavels zijn daarvoor geschikt. Woningcorporaties vrezen dat ze tijdens de exploitatieperiode van ten hoogste 15 jaar niet quitte spelen met de gemaakte kosten. Bovendien is lang niet altijd duidelijk waar de flexwoningen na deze periode geplaatst gaan worden. Minister De Jonge denkt daarom na over een financiële herplaatsingsgarantie. Corporaties worden daarmee gedeeltelijk gecompenseerd als zij verlies leiden met de flexwoningen.
Bron: Het Financieele Dagblad