Fijnspar steeds kwetsbaarder in houtbouw door klimaatverandering
27 maart 2025
In de wereld van houtbouw is vurenhout al jaren koning. Betaalbaar, makkelijk te bewerken en volop beschikbaar. Maar aan die vanzelfsprekendheid lijkt langzaam een einde te komen. De fijnspar – de boom achter het populaire vurenhout – krijgt het namelijk steeds zwaarder door droogte, ziektes en insectenplagen die door klimaatverandering sterker worden.
Boswetenschapper Ute Sass-Klaassen trekt al langer aan de bel. Tijdens een bijeenkomst met duurzame bouwers en ontwikkelaars liet ze weten dat veel bouwprofessionals nog weinig weten over de staat van Europese bossen. En dat is opmerkelijk, want vrijwel iedere houthoogbouw in Nederland is deels op die fijnspar gebouwd.
Kwetsbaarheid van bossen raakt de bouwsector direct
Fijnsparren wortelen oppervlakkig, zijn gevoelig voor droogte en staan vaak in monoculturen – een combinatie die ze extra kwetsbaar maakt. Door de droogte maken de bomen minder hars aan, waardoor ze vatbaarder worden voor kevers. Sass-Klaassen verwijst naar het Waldzustandsbericht 2024, waarin staat dat slechts 20% van de fijnsparren in Europa nog gezond is.
Volgens haar kan het nog decennia duren voor de Nederlandse bouw écht last krijgt van het dreigende tekort aan vurenhout, maar wie slim is, anticipeert nu al. Niet alleen vanuit ecologisch oogpunt, maar ook om economische risico’s te beperken.
Nederlandse bouw mist kennis over duurzame houttoepassingen
Sass-Klaassen wijst op een bredere uitdaging: de Nederlandse bouwsector beschikt over weinig specialistische kennis van hout. Nederland heeft nauwelijks eigen houtproductie en het onderwijs rond houtbouw is beperkt ontwikkeld. Daarom werkt ze met hogescholen aan het versterken van houtonderwijs en praktijkgericht onderzoek, via projecten als Sprong Wooded en Hoogwaardig Houtgebruik.
Daarin draait het onder meer om het verkennen van alternatieve houtsoorten, zoals populier, els, linde en esdoorn. Met name loofhout krijgt daarbij hernieuwde aandacht als toekomstbestendig bouwmateriaal.
Alternatieve houtsoorten vragen andere aanpak in houtbouw
Loofhoutsoorten bieden kansen, maar ook uitdagingen. Ze groeien minder recht dan naaldbomen, hebben meer ruimte nodig en komen vaak uit gemengde bossen, wat een consistente kwaliteit bemoeilijkt. Toch zijn er initiatieven die hiermee aan de slag gaan. Zo onderzoekt Peppelhout de inzet van populierenhout voor de bouw van een centrum in Zeeland.
Volgens Sass-Klaassen is de overstap naar loofhout niet eenvoudig, maar wel noodzakelijk. Want blijven inzetten op slechts één houtsoort – zoals nu met vuren – maakt de sector kwetsbaar.
Prijs van vurenhout blijft laag ondanks klimaatstress
Opvallend is dat de prijs van vurenhout voorlopig stabiel blijft. Volgens Eric de Munck van Centrum Hout is hout in de afgelopen zestig jaar nauwelijks duurder geworden. Toch merkt ook hij dat de kwaliteit van Europees hout achteruitgaat door klimaatstress. Bomen zijn minder weerbaar, en dat heeft gevolgen voor sterkte, levensduur en stabiliteit.
Centrum Hout is betrokken bij diverse onderzoeken naar alternatieve houtsoorten en bevestigt het belang van brede kennisdeling in de bouw. Want hoe meer we weten over de herkomst van materialen, hoe beter we kunnen bouwen aan een écht duurzame toekomst.
Verantwoord bouwen vraagt om nieuwe keuzes in materiaalgebruik
Wie als vastgoedprofessional of ontwikkelaar claimt duurzaam te bouwen met hout, doet er goed aan zich te verdiepen in de staat van de bossen waar dat hout vandaan komt. Sass-Klaassen benadrukt dat het probleem niet te onderschatten is: de fijnspar wankelt en dat raakt de hele keten – van bosbeheer tot de bouwplaats.
De vraag is dus niet of, maar wanneer de sector de omslag maakt naar duurzamer en diverser houtgebruik. Wie nu investeert in kennis en alternatieven, staat straks steviger – en duurzamer – in de markt.
Bron: cobouw.nl