Extra transformatorhuisjes nodig, maar waar moeten ze komen?

24 februari 2025

Groeiende elektriciteitsbehoefte vraagt om flinke uitbreiding

Verduurzaming zorgt voor congestie op het stroomnet in NederlandNederland staat voor een enorme uitdaging: de komende jaren moeten er 50.000 extra transformatorhuisjes worden geplaatst om het stroomnet te versterken. Elektrificatie van woningen, bedrijven en voertuigen legt steeds meer druk op het netwerk, waardoor uitbreidingen onvermijdelijk zijn. Toch leidt de komst van deze betonnen ‘peperbussen’ geregeld tot protesten van omwonenden, zoals op de Apollolaan in Amsterdam-Zuid.

Daar werd een transformatorhuisje na felle bezwaren op een alternatieve plek neergezet, wat nieuwe weerstand opriep. Bewoners klagen over verlies van uitzicht, minder zonlicht en een aantasting van het straatbeeld. Dit soort discussies vertragen de broodnodige uitbreiding van het stroomnet, terwijl de vraag naar elektriciteit alleen maar blijft groeien.

Netbeheerders lopen tegen weerstand en vertraging aan

Hoewel de meeste gemeenten soepel meewerken aan de plaatsing van transformatorhuisjes, zorgen protesten in een klein deel van de gevallen voor vertragingen van weken tot maanden. Volgens netbeheerder Liander is tijdverspilling echter geen optie: als gemeenten niet snel tot een oplossing komen, wordt de aanvraag opnieuw op de stapel gelegd en krijgen andere locaties voorrang.

Naast bezwaren van bewoners speelt ook een tekort aan technisch personeel een rol in de vertraging. Het plaatsen van een transformatorhuisje zou zes maanden moeten duren, maar door diverse obstakels loopt dit gemiddeld met nog eens vijf maanden uit. Ondertussen loopt het elektriciteitsnet tegen zijn grenzen aan, met wachttijden voor bedrijven en woningprojecten tot gevolg.

Waarom zijn al die transformatorhuisjes nodig?

De verduurzaming van Nederland betekent een enorme stijging in de vraag naar elektriciteit. Warmtepompen, elektrische auto’s en zonnepanelen vragen om een krachtiger en flexibeler stroomnet. Dit leidt in veel gebieden tot netcongestie: er is simpelweg te weinig capaciteit om alle opgewekte en verbruikte stroom te verwerken.

Transformatorhuisjes vormen het laatste tussenstation tussen het hoogspanningsnet en de eindgebruikers. Vergelijk het met het wegennet: waar Tennet de snelwegen voor energie beheert, zijn de transformatorhuisjes en kabels van de regionale netbeheerders de provinciale en lokale wegen. Zonder uitbreiding raakt het netwerk overbelast, met knipperende lampen en langdurige wachttijden voor nieuwe aansluitingen als gevolg.

Een ingewikkelde puzzel voor gemeenten

Gemeenten staan voor een lastige taak: ze moeten ruimte vinden voor de huisjes in wijken waar al weinig plek is. In steden als Hoorn worden sommige buurten zelfs verdubbeld in het aantal elektriciteitshuisjes. De uitdaging zit niet alleen in de fysieke ruimte, maar ook in de communicatie met bewoners. Zij voelen zich vaak overvallen door de plaatsing van een transformatorhuisje vlak bij hun woning.

Hoewel er geen vergunning nodig is voor de plaatsing van deze voorzieningen, proberen gemeenten inwoners toch te betrekken bij de keuzes. Dit kan door inspraakavonden te organiseren of locaties zorgvuldig af te stemmen op de omgeving. In sommige gevallen worden huisjes bekleed met baksteenstrips of beschilderd om ze minder op te laten vallen.

Een stroomnet onder druk

De situatie in Hoorn is een voorbeeld van een bredere problematiek. Veel bedrijven staan in de wachtrij voor een aansluiting, maar het net kan de vraag niet aan. Dit probleem wordt pas op lange termijn opgelost: netbeheerder Tennet verwacht dat de netcongestie pas in 2036 volledig is verholpen.

Tot die tijd moeten gemeenten, netbeheerders en inwoners samenwerken om de noodzakelijke infrastructuur zo snel mogelijk uit te breiden. Want zonder deze transformatorhuisjes kan Nederland de overstap naar duurzame energie simpelweg niet maken.

Bron: nrc.nl