Wat kan Brussel doen voor de Nederlandse huizenmarkt?
21 maart 2025
Wooncrisis in Europa vraagt om Europese actie
Hoewel volkshuisvesting officieel geen Brusselse bevoegdheid is, lijkt de Europese Commissie zich steeds nadrukkelijker met het onderwerp te gaan bemoeien. Dat blijkt uit de benoeming van Dan Jørgensen als eerste Eurocommissaris voor Volkshuisvesting én de oprichting van een speciale parlementaire commissie die zich over betaalbare woningen buigt. De timing is niet toevallig: in heel Europa lopen woningprijzen op, schieten de huren omhoog en groeit het aantal daklozen.
Tijdens zijn eerste toespraak in het Europees Parlement deelde Jørgensen confronterende cijfers. De afgelopen vijftien jaar zijn de huurprijzen in Europa met 25% gestegen en koopwoningen zelfs met 50%. Eén op de tien Europeanen besteedt inmiddels meer dan 40% van zijn inkomen aan wonen, en er zijn 900.000 daklozen in de EU. De boodschap van Jørgensen was duidelijk: de situatie is onhoudbaar.
Woonbeleid als nieuwe Europese prioriteit
De kersverse Europese wooncommissie bestaat uit 33 leden, waarvan drie uit Nederland. NSC’er Dirk Gotink is vicevoorzitter, en ook Brigitte van den Berg (D66) en Rachel Blom (PVV) zijn van de partij. Hun opdracht? Meedenken over het actieplan voor betaalbare huisvesting dat in 2026 gepresenteerd moet worden. Tot die tijd gaan zij inventariseren welke Europese regels woningbouw versnellen of juist in de weg zitten.
Hoewel hun rol voorlopig tijdelijk is, wordt het werk in Brussel serieus genomen. Niet alleen omdat het woningprobleem grensoverschrijdend is, maar ook omdat Europarlementariërs het onderwerp zien als een kans om tastbare impact te maken – iets waar Europese politiek niet altijd om bekendstaat.
Belemmerende regels op de schop
Gotink werkt inmiddels aan een wensenlijst. Zo moeten volgens hem de Europese aanbestedingsregels op de schop. De huidige drempel van €5,5 miljoen maakt bouwprojecten voor kleinere partijen nodeloos duur en complex. Daarnaast pleit hij voor soepeler toepassing van natuurwetgeving, zoals de Europese natuurherstelwet, die in de praktijk woningbouw vertraagt.
De staatssteunregels zijn volgens Gotink misschien wel de belangrijkste bottleneck. Ze staan overheidssteun toe voor sociale woningbouw, maar niet voor het middensegment – juist het segment waar de woningnood het grootst is. Een bredere interpretatie zou volgens hem helpen om bijvoorbeeld leraren, verpleegkundigen en agenten wél aan passende woonruimte te helpen.
Ruimte voor innovatie in woningbouw
Collega Van den Berg wijst daarnaast op het tekort aan arbeidskrachten en de noodzaak om innovatie in de woningbouw te stimuleren. Ze ziet mogelijkheden in het opzetten van woon-werkcampussen, waar vaklieden worden opgeleid en start-ups werken aan oplossingen voor woningvraagstukken. Volgens haar zou de EU kunnen bijdragen door een deel van het investeringsrisico af te dekken.
Ze vindt ook dat de EU beter moet nagaan welke regels in de praktijk woningbouw belemmeren. ‘Europa heeft misschien weinig directe zeggenschap over volkshuisvesting, maar kan wel degelijk het verschil maken door de juiste randvoorwaarden te creëren’, stelt ze.
Een luisterend oor in Brussel
PVV’er Rachel Blom kiest voor een andere invalshoek en pleit voor degelijk onderzoek naar de impact van bestaande EU-regels op de Nederlandse woningmarkt. Denk aan milieuregels, migratiebeleid en – opnieuw – de staatssteunregels. Volgens haar moet eerst duidelijk zijn waar de knelpunten liggen, voordat Brussel zich in mogelijke oplossingen stort.
Ook minister van Volkshuisvesting Mona Keijzer bemoeide zich inmiddels met het Europese dossier. Tijdens een bezoek aan Brussel legde ze aan Jørgensen uit dat Nederland kampt met een tekort van 400.000 woningen en wachtlijsten van soms meer dan tien jaar. Ze wees op de beperkingen die Europese natuurrichtlijnen in de praktijk met zich meebrengen. De Eurocommissaris toonde zich volgens Keijzer opvallend open voor concrete voorstellen.
Een voorzichtig optimistische start
De politieke wind in Brussel lijkt te draaien. Sinds de Europese verkiezingen in 2024 is er meer ruimte voor pragmatisch beleid, en Jørgensen merkt dat lidstaten opener staan voor samenwerking. De Eurocommissaris erkent dat het terrein politiek gevoelig ligt, maar merkt op dat de meeste landen wel degelijk willen dat Europa helpt.
Voor vastgoedprofessionals in Nederland is het goed om te weten dat het Brusselse spel om regels, financiering en samenwerking langzaam op gang komt. Wie de woningmarkt wil vlot trekken, kan wellicht binnenkort ook op Europees niveau de juiste hefbomen vinden.
Bron: fd.nl