Druk op verlaging overdrachtsbelasting om woningbouw te stimuleren
2 september 2024
Projectontwikkelaars en beleggers pleiten voor een verlaging van de overdrachtsbelasting om de woningbouw te bevorderen. In het kabinet wordt dit besproken, maar de financiering blijkt een struikelblok. Met Prinsjesdag in aantocht roepen zij op om de belasting voor beleggers te verlagen van 10,4% naar 6% en de strenge eisen voor betaalbare woningen te versoepelen.
Volgens hen is het anders onmogelijk om het doel van 100.000 nieuwe woningen per jaar te halen en komt de bouw van 50.000 nieuwe middenhuurwoningen voor 2030 in gevaar. Zij benadrukken dat stimulerende maatregelen van de overheid nodig zijn om deze doelen te bereiken, en wijzen op de buitenproportionele stijging van de overdrachtsbelasting in de afgelopen jaren.
Overdrachtsbelasting in politiek debat
Premier Dick Schoof en zijn ministers zijn momenteel bezig met de afronding van de begroting voor het komende jaar. Er wordt serieus nagedacht over een verlaging van de overdrachtsbelasting op commercieel vastgoed, mede door druk vanuit de Eerste Kamer. Er heerst een groeiende overtuiging in Den Haag dat Nederland met het huidige tarief van 10,4% is doorgeschoten. Echter, hoe deze verlaging gefinancierd moet worden, is nog onderwerp van discussie. De verhoging van de belasting was oorspronkelijk bedoeld om mensen die zelf een huis kopen te bevoordelen en om extra inkomsten voor de overheid te genereren. Dit heeft geleid tot een situatie waarin beleggers fors meer betalen bij de aankoop van huurwoningen en commercieel vastgoed, terwijl kopers van een eigen woning slechts 2% betalen en starters zelfs helemaal vrijgesteld zijn.
Impact op investeringen en woningbouw
De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN) en de vereniging van projectontwikkelaars (Neprom) hebben eerder bij toenmalig woonminister Hugo de Jonge aangedrongen op een verlaging van de overdrachtsbelasting als voorwaarde om ondanks de uitbreiding van huurreguleringen toch te blijven investeren in woningbouw. Zij waarschuwen dat anders Nederlandse woningen internationaal onaantrekkelijk worden, omdat de belastingdruk de businesscases van investeerders negatief beïnvloedt.
De beslissing van verzekeraar ASR om voorlopig niet meer in nieuwe Nederlandse huurwoningen te beleggen, wordt gezien als een waarschuwing voor de bredere markt. IVBN en Neprom zien deze ontwikkelingen als een signaal dat de overheid snel moet ingrijpen in andere beleidsgebieden die de woningmarkt beïnvloeden.
Financieringsproblemen en alternatieve oplossingen
Het terugbrengen van de overdrachtsbelasting naar 6% zou de overheid ongeveer €1 miljard per jaar kosten. Minister Eelco Heinen van Financiën heeft echter aangegeven dat er geen geld beschikbaar is voor plannen die niet zijn opgenomen in het hoofdlijnenakkoord van de coalitie. Hoewel er in de woningbouwafspraken van de coalitiepartijen wel middelen zijn gereserveerd voor het stimuleren van woningbouw, betwijfelen sommige experts of het verstandig is om dit geld te gebruiken voor belastingverlaging, omdat het ook nodig is om financieringstekorten in woningbouwprojecten te dekken.
Noodzaak van flexibiliteit in betaalbare woningbouw
Naast de verlaging van de overdrachtsbelasting pleiten IVBN en Neprom voor meer flexibiliteit in de eis dat twee derde van de nieuwbouw betaalbaar moet zijn. Dit streven is in sommige gevallen niet haalbaar, vooral in stedelijke gebieden waar de grondkosten hoog zijn. De stijgende financierings- en bouwkosten maken het lastig om de vereiste verdeling van betaalbare woningen te handhaven zonder dat er meer structurele middelen beschikbaar komen. Om de businesscase rond te krijgen, kan het nodig zijn om het segment koopwoningen te vergroten, waardoor een realistischere aanpak mogelijk wordt.
Bron: fd.nl