De mislukking van de Bijlmermeer

10 december 2018

De Bijlmermeer zou de stad van de toekomst worden. Vijftig jaar geleden startte men met de bouw, maar al snel bleek dat de wijk geen succes was. Eigenlijk ging het in het begin al mis. Veel mensen wilden er niet wonen omdat de huren te hoog waren. Al in 1972 was er veel leegstand. Die leegstand liep op naar maar liefst twintig procent in 1983. Er was sprake van vervuiling, vandalisme en onveiligheid.

Er werd in de loop van de jaren veel geïnvesteerd in de Bijlmermeer, in de hoop op verbetering. Maar in de jaren negentig was het klaar. De gemeente besloot om zo’n vijftig procent van de flats te slopen. Er kwamen rijtjeswoningen voor in de plaats.

Waar ging het mis?

In 1989 schreef planoloog Maarten Mentzel al een proefschrift over de situatie in de Bijlmermeer. Zijn conclusie: de hoogbouw, waarvan de gemeente dacht dat het toekomstgericht was, bleek eigenlijk heel ouderwets. Ook vandaag de dag staat hij nog steeds achter deze conclusie. Architect Tjakko Hazewinkel (1932- 2002) zei al iets soortgelijks in 1965: “Met de stedenbouwfilosofie van 1930 en de technische hulpmiddelen van 1965 wordt een stad gebouwd voor het jaar 2000.”

Het is een raadsel waarom de architecten en planologen tijdens het ontwerp van de Bijlmermeer niet zagen dat hun ontwerp totaal niet paste bij de tijdsgeest. Er was onderzoek gedaan naar de woonwensen van de toekomstige bewoners. Slechts tien procent zag wat in de hoogbouw, maar hiermee werd geen rekening gehouden. Het hoofd Stadsontwikkeling, Jacoba Mulder (1900 – 1988) wilde meer laagbouw, maar zij werd genegeerd.

De ontwerpers hadden geen realistisch beeld

Het Bijlmermeerteam leed aan tunnelvisie, vindt Mentzel. Er was nauwelijks bemoeienis van wethouders en raadsleden. Er is nooit een publiek debat geweest over de wijk waar kritiek mogelijk was. De leider van het team, stedenbouwkundige Siegfried Nassuth (1922-2005), was een gedreven man die zijn team duidelijk een bepaalde richting op stuurde. Het team was overtuigd van het eigen gelijk. Waarschuwingen werden genegeerd en er werd niet op het budget gelet.

Zo dachten de ontwerpers dat de galerijwoningen veel meer privacy gaven dan rijtjeswoningen met een tuin. Ze wilden collectiviteit verenigen met privacy. Maar de privacy was ver te zoeken met buren die over de galerij lopen vlak langs de ramen. Aan alle kanten omringd zijn door buren, is het tegenovergestelde van privacy.

Ook werden er zogenaamde drooglopen toegevoegd aan het ontwerp. Dit waren binnenstraten tussen de garages en de toegang tot de flats. De ontwerpers dachten dat kinderen hier zouden spelen. Dat er kiosken en barretjes zouden ontstaan bij de parkeergarages. Ze zagen gezelligheid voor zich, terwijl de binnenstraten in werkelijkheid aanleiding gaven tot geruzie tussen bewoners. Al met al hebben de ontwerpers totaal genegeerd dat de wijk gedoemd was te mislukken. Mentzel: “Al in 1970 noemde een vakgenoot van me de Bijlmermeer dan ook een monument van vakidiotisme.”

Bron: NRC.nl