Bouwers worden steeds voorzichtiger met het inschrijven voor bouwprojecten

Bouwbedrijven jagen niet meer zonder meer op het binnenhalen van grote opdrachten. Veel bedrijven zijn terughoudend om bouwopdrachten aan te nemen vanwege de grotere risico’s. Te veel projecten pakken ongunstig uit door fors hogere kosten en enorme uitloop. Zo liep de bouw van het nieuwe kantoor van het RIVM maar liefst 7 jaar vertraging op. Drie keer uitstel zorgt ervoor dat de oplevering nu gepland staat voor 2025 in plaats van 2018. De kosten waren oorspronkelijk geraamd op 267 miljoen euro. De extra kosten zijn minstens zo hoog. Over wie daarvoor gaat opdraaien, lopen nog de nodige geschillen tussen de bouwer en de opdrachtgever.

Terughoudendheid voor grote projecten

MEET Strukton, de bouwer van het RIVM pand, is niet de enige bouwer die met dit soort problemen kampt. Ook andere bouwopdrachten gaven grote financiële risico’s. Bouwbedrijven als Ballast Nedam en BAM kregen er ook al mee te maken. Bekende voorbeelden zijn de nieuwe A-Pier op luchthaven Schiphol, de Zeesluis IJmuiden en de renovatie van de Afsluitdijk. Vooral grote, complexe projecten zijn hierdoor een stuk minder populair geworden. Veel bouwbedrijven hanteren een limiet van 150 miljoen euro voor de waarde van een opdracht. Ballast Nedam heeft daarnaast de voorwaarde dat een bouwplan ‘goed doordacht en het liefst repetitief’ moet zijn. Met dat laatste wordt bedoeld dat er een bouwmethode wordt toegepast die zijn succes al eerder heeft bewezen.

Hoogbouw in de stad

Een voorbeeld van risicovolle projecten is hoogbouw binnen bebouwde gebieden. Veel bouwbedrijven schrijven daarom niet meer in voor dit complexe bouwprojecten. Dit soort bouwopdrachten geven grotere kansen op een financieel debacle omdat hiervoor rioleringen en leidingen moeten worden verlegd. Ook zijn er projectleiders voor nodig met specialistische kennis. Die zijn moeilijk te vinden op de krappe arbeidsmarkt. Hoogbouw kent bovendien nog een ander nadeel. Het project kan pas worden opgeleverd als de woontoren klaar is. Bij laagbouw kunnen de woningen in delen worden opgeleverd.

Kiezen voor kwaliteit

Bouwbedrijven selecteren bouwopdrachten ook steeds vaker op kwaliteit. Ook dit moet de risico’s verkleinen. Het gaat er niet meer om dat er zo veel mogelijk projecten worden binnengehaald. Er wordt kritisch gekeken naar wat de opdrachtgever wil en of dat haalbaar is met de geoffreerde prijs. Grote projecten worden nu soms opgesplitst in meerdere kleine opdrachten. Hier kunnen dan verschillende bedrijven voor inschrijven. Ook komt het steeds vaker voor dat opdrachtgever en aannemer uitgebreid met elkaar in gesprek gaan. Het kan dan soms wel 2 jaar duren voordat een definitieve aanneemsom wordt afgesproken. In die periode worden alle aspecten en risico’s van het bouwproject nauwkeurig onder de loep genomen. Op die manier moeten grote financiële zeperds worden voorkomen.

Bron: Het Financieele Dagblad