Bouwen met een groen geweten: waarom de kopgroep in vastgoed al lang niet meer wacht

24 maart 2025

Duurzaam bouwen als vanzelfsprekendheid in vastgoedontwikkeling

Stikstofcrisis doet vraag naar elektrische bouwmachines stijgenIn een tijd waarin de wetgever soms aarzelend lijkt, kiezen steeds meer bouwbedrijven ervoor om zelf de regie te nemen. Een treffend voorbeeld is Heijmans, dat met projecten als Amsterdam Vertical laat zien hoe wonen, natuur en innovatie hand in hand kunnen gaan. Op een voormalig bedrijventerrein in Amsterdam Sloterdijk verrees een wijk vol stadswoningen, groenstroken, biodiversiteit én autoluwe zones. Geen standaard woonwijk, maar een doordacht ecosysteem in de stad.

Dit soort gebiedsontwikkeling vraagt om een nieuwe manier van denken, waarbij flora en fauna niet langer bijzaak zijn, maar uitgangspunt. Geen wonder dat Heijmans inmiddels ecologen, biologen en zelfs een slimme meetbox inzet die vogels telt. Want waarom wachten op verplichtingen als je zelf al weet waar het naartoe moet?

Een generatie bouwers die vooruitkijkt

De keuze om proactief in te zetten op natuurinclusief bouwen komt niet uit de lucht vallen. Steeds meer vastgoedontwikkelaars sluiten zich aan bij het platform KAN – Klimaatadaptief bouwen met de natuur – en zien zichzelf niet als deel van het probleem, maar als sleutelfiguur in de oplossing.

Ook het recente besluit van minister Mona Keijzer om een verplichte nestkastvoorziening bij nieuwbouw niet door te zetten, weerhoudt deze groep er niet van om door te pakken. Bij Heijmans blijven ze gewoon doen wat ze al deden: bouwen met oog voor biodiversiteit. Directeur vastgoed Harwil de Jonge verwoordt het treffend: “Wij trekken niet aan een dood paard, we gaan door waar we gebleven waren.”

Groene ambities die verder gaan dan het bouwbesluit

De missie van Heijmans ontstond al in 2018, toen het bestuur besloot dat elk gebied dat zij bebouwen, beter moet worden achtergelaten dan het is aangetroffen. Vanuit die gedachte werden nieuwe bondgenoten gezocht: van Staatsbosbeheer tot de Vogelbescherming. Want, zo stelt De Jonge, samenwerken met partijen buiten de traditionele vastgoedsector is niet alleen leerzaam, maar essentieel.

Veel van de maatregelen die genomen worden, zijn voor het oog onzichtbaar. Denk aan slimme ingrepen in bodem en water, of het creëren van leefgebieden voor insecten en vleermuizen. Om dat meetbaar te maken, werkt Heijmans met BioBuddy: een hightech ‘stalen ecoloog’ die 24/7 meet wat er leeft en beweegt in een gebied. Een bewijs van leven, letterlijk.

De waarde van een natuurvriendelijke woonwijk

Toch blijft één vraag knagen: hoe meet je de waarde van natuur? In een sector waar rendement en beleggingswaarde centraal staan, is dat niet vanzelfsprekend. Wat is de financiële waarde van een fluitende vogel of een gevarieerd insectenbestand?

Volgens De Jonge zit precies daar de uitdaging voor de komende jaren. Het bouwen van gezonde, biodiverse leefomgevingen moet niet alleen een morele overweging zijn, maar ook economisch lonen. Dat vraagt om nieuwe samenwerkingen, bijvoorbeeld met pensioenfondsen en verzekeraars. Als natuurinclusief wonen bijdraagt aan het welzijn van bewoners, waarom zou daar dan geen korting op de zorgverzekering tegenover staan?

Regels volgen of beweging activeren?

Hoewel er regelmatig stemmen opgaan voor strengere regelgeving, vindt Heijmans dat het vooral draait om activeren in plaats van afdwingen. Niet alles hoeft in wetboeken te staan. Juist door ruimte te laten voor initiatief, kunnen nieuwe vormen van vastgoedontwikkeling ontstaan die mens én natuur ten goede komen.

Daarbij komt het er voor vastgoedprofessionals op aan om hun rol opnieuw te definiëren. Niet langer alleen sturen op vierkante meters en rendement, maar ook op leefkwaliteit, klimaatadaptatie en lange termijnwaarde. Want wie nú investeert in een groene en gezonde omgeving, bouwt niet alleen voor vandaag, maar voor de komende honderd jaar.

Bron: cobouw.nl