Bouwen, bouwen, bouwen, maar wie heeft de regie?
3 maart 2025
Van Vinex tot nu: de eeuwige zoektocht naar ruimtelijke ordening
Nederland heeft een lange traditie van ruimtelijke ordening, waarin plannen werden gesmeed om dorpen, steden en infrastructuur op elkaar af te stemmen. De Vinex-wijken, die in de jaren ’90 ontstonden, zijn daar een bekend voorbeeld van. Hoewel ze niet altijd even geliefd waren—sommigen noemden ze fantasieloos en eentonig—hadden ze wel een duidelijke visie: grootschalige woningbouw aan de stadsranden om de groei van steden te sturen en ongecontroleerde wildgroei tegen te gaan.
Toch loste Vinex de ruimtelijke puzzel niet volledig op. Na de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening volgde een periode van decentralisatie, waarbij gemeenten meer zeggenschap kregen over hun eigen bouwplannen. Dit resulteerde in versnippering, lange procedures en een groeiend tekort aan betaalbare woningen. Ondertussen kreeg het landschap steeds vaker te maken met ongebreidelde bouw van distributiecentra en bedrijfspanden.
Terug naar nationale regie: een noodzakelijke stap
Het afschaffen van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) in 2010 bleek achteraf een misstap. De samenhang tussen economie, ecologie, infrastructuur en woningbouw werd onderschat, waardoor een nationaal overzicht verdween. Dit leidde tot een situatie waarin woningbouw stagneerde en ruimtelijke ordening vooral lokaal werd ingevuld, zonder overkoepelende visie.
Inmiddels is dat inzicht teruggekeerd. Sinds 2022 heeft Nederland opnieuw een ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, en zijn er met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en NOVEX-strategie nieuwe plannen om op grote schaal woningen te realiseren. De ambitie is om voor 2040 maar liefst 600.000 nieuwe woningen te bouwen in zeventien strategische gebieden. Dit vraagt echter om sterke regie en daadkracht, iets wat in de afgelopen jaren juist ontbrak.
Wie trekt de kar in de woningbouw?
Nu de nationale regie is teruggekeerd, blijft de vraag: wie zorgt ervoor dat de plannen ook echt worden uitgevoerd? Gemeenten, provincies en projectontwikkelaars moeten samenwerken om de woningbouwopgave te realiseren, maar zonder heldere sturing vanuit de overheid dreigt opnieuw vertraging. Daarnaast spelen duurzaamheid, infrastructuur en leefbaarheid een steeds grotere rol, waardoor bouwen alleen niet voldoende is—er moet ook nagedacht worden over hoe en waar we bouwen.
Met de herintroductie van nationale ruimtelijke ordening is er opnieuw een kans om richting te geven aan de toekomst van Nederland. Maar de grote vraag blijft: lukt het deze keer wél om de juiste balans te vinden tussen bouwambities en ruimtelijke kwaliteit?
Bron: fd.nl