Biobased bouwen wint terrein in Brabant

7 april 2025

Stro in de muur, Máxima op het dak

In het Brabantse Uden wordt stro niet alleen geoogst, maar ook rechtstreeks de bouw in geblazen. Letterlijk. Op het dak van een appartementencomplex kijkt koningin Máxima toe hoe het lokale stro wordt verwerkt in holle dakelementen. Niet voor de show, maar als onderdeel van een breder verduurzamingsproject dat inmiddels landelijke navolging krijgt.

Het project is een initiatief van woningcorporatie Area, bouwbedrijf Caspar de Haan en isolatiespecialist Takkenkamp. Het stro komt van boeren uit de regio, verenigd in coöperatie T-Cab. Dankzij de biobased isolatie krijgen de bewoners een prettiger binnenklimaat én wordt een lokale keten versterkt die draait op samenwerking tussen agrariërs, bouwers en opdrachtgevers.

Meer dan isolatie alleen

Adviseur duurzaamheid Dirk van der Tillaar legt uit dat stro niet alleen duurzaam is, maar ook comfortverhogend werkt. De dikkere pakketten die nodig zijn om de juiste isolatiewaarde te halen, zorgen bovendien voor een betere warmtebuffer. Dat betekent dat zomerse hitte minder snel binnendringt en het binnenklimaat stabieler blijft.

Het project in Uden laat zien dat biobased bouwen verder gaat dan ecologisch idealisme. Er ligt een tastbare meerwaarde voor bewoners, boeren én bouwers. Inmiddels zijn de benodigde certificeringen op orde, waardoor het eenvoudiger wordt om het concept op grotere schaal toe te passen. En dat gebeurt nu ook, want steeds meer corporaties tonen interesse.

Lokale ketens als sleutel tot versnelling

Het bezoek van Máxima werd georganiseerd door Building Balance, de organisatie achter de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Hun doel is helder: in 2030 moet minstens 30 procent van alle nieuwbouw en renovatie met biobased materialen plaatsvinden. Dat moet bij voorkeur via lokale ketens, zodat ook boeren en telers profiteren van deze duurzame trend.

In Brabant werd dat idee al vroeg omarmd. Tijdens een typisch Brabants overleg – met koffie, koeken én handdrukken – committeerden boeren zich aan het leveren van vezelgewassen. “Ik doe vijf hectare. Ik doe tien.” En zo groeide de keten. Inmiddels is er voor elke drie woningen ongeveer een hectare stro nodig, en dat vraagt om duidelijke afspraken tussen telers en bouwers.

Van pionieren naar professionaliseren

Hoewel de techniek inmiddels staat, blijft biobased bouwen deels pionieren. Zeker bij nieuwe gewassen zoals olifantsgras of sorghum is nog veel te leren. Coöperatievoorzitter John Verberne benadrukt dat er pas echt kan worden opgeschaald als er betrouwbare afnamegaranties zijn. Een bouwproject voorbereiden kan snel, maar een teeltjaar laat zich niet versnellen.

Daarom richt Building Balance zich bewust op opdrachtgevers. Als woningcorporaties en bouwers hun hand opsteken, volgt de rest vanzelf. Ook bouwer Barli haakte aan: zij willen in 2030 volledig biobased isoleren in hun houtbouwmodules. Daarvoor is jaarlijks circa duizend hectare aan vezelgewassen nodig – een flinke sprong ten opzichte van de huidige 160 hectare.

Meer draagvlak, minder bezwaren

De biobased beweging krijgt inmiddels brede steun. Ontwikkelaar BPD belooft dat 30 procent van haar toekomstige woningen biobased wordt. De Rabobank werkt aan een fonds om lokale ketens te financieren. En koningin Máxima? Die wil biobased bouwen verder onder de aandacht brengen.

De kinderziektes lijken intussen grotendeels voorbij. Volgens Van der Tillaar zijn zorgen over brandveiligheid en vochtregulatie achterhaald. Certificering is geregeld en de techniek bewezen. De meerkosten bedragen nu nog zo’n 8 procent, maar die zullen verdwijnen, verwacht Building Balance. Een deel van de oplossing moet komen uit carbon credits: beloningen voor de CO₂-opslag die biobased materialen mogelijk maken.

De boodschap vanuit Brabant is duidelijk: als opdrachtgevers durven investeren, volgt de markt vanzelf.

Bron: cobouw.nl