Bezwaar maken tegen villabelasting: een strategische overweging

De vraag of huiseigenaren bezwaar moeten maken tegen de villabelasting is actueel, nu de Hoge Raad herhaaldelijk veronderstelde rendementen in box 3 heeft afgekeurd. Dit roept de vraag op of de villabelasting, die wordt toegepast op woningen met een waarde boven €1 miljoen, in strijd is met het Europees eigendomsrecht.

Villabelasting en het Europees eigendomsrecht

De villabelasting is een bijtelling voor huiseigenaren met woningen boven een bepaalde waarde. Dit toptarief eigenwoningforfait wordt door sommige fiscalisten gezien als strijdig met het Europees eigendomsrecht. Ze verwachten dat de Hoge Raad, net zoals bij box 3, uiteindelijk een streep zal zetten door deze belasting. In 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de vermogensrendementsheffing in box 3 niet langer geldig was, maar slechts de belastingplichtigen die tijdig bezwaar hadden gemaakt kregen teruggave. Dit precedent maakt het belangrijk voor huiseigenaren om nu bezwaar te maken als zij menen dat de villabelasting onterecht is, omdat dit hun kansen op teruggave vergroot.

Advies voor belastingadviseurs

Belastingadviseurs worden door hun beroepsvereniging, het Register Belastingadviseurs (RB), aangespoord om met hun cliënten te bespreken of zij bezwaar willen maken tegen de villabelasting. Vanwege de zorgplicht moeten adviseurs de uitkomsten van dit overleg documenteren. Sommige advieskantoren maken al bezwaar namens hun klanten, soms zelfs op basis van een no cure, no pay-overeenkomst. Dit biedt belastingplichtigen de mogelijkheid om zonder kosten vooraf juridische stappen te ondernemen.

Uitgestelde belastingaanslagen en bezwaar

De Belastingdienst kan geen exacte cijfers geven over het aantal bezwaren tegen de villabelasting. Het is echter bekend dat sommige aanslagen inkomstenbelasting zijn uitgesteld vanwege onzekerheden rond box 3. Hierdoor kunnen eigenaren van duurdere woningen die ook beleggingen in box 3 hebben, alsnog bezwaar maken tegen de villabelasting over de jaren 2021, 2022 en 2023. De waarde vanaf waar het hogere tarief geldt, is in deze jaren respectievelijk €1,11 miljoen, €1,13 miljoen en €1,2 miljoen.

Draagkracht en de oorsprong van het eigenwoningforfait

De oorsprong van het eigenwoningforfait ligt in de belasting van het woonvoordeel van huiseigenaren. Tot 2009 was er een plafond voor deze bijtelling, omdat het voordeel uit een eigen woning niet lineair stijgt met de waarde van de woning. Dit plafond werd echter afgeschaft met de invoering van de villabelasting, waardoor nu ook minder draagkrachtige huiseigenaren met een hoge bijtelling te maken kunnen krijgen. Door de snelle stijging van de huizenprijzen vallen steeds meer huiseigenaren onder dit toptarief, wat volgens sommige adviseurs oneerlijk is. Zij wijzen erop dat de villabelasting nu ook gewone huizen treft, waardoor eigenaren worden geconfronteerd met lasten die niet overeenkomen met hun financiële draagkracht.

Onzekerheid over de uitkomst bij de Hoge Raad

Hoewel de Hoge Raad eerder veronderstelde rendementen in box 3 heeft afgekeurd, is het onzeker hoe de instantie zal oordelen over de villabelasting. De uitspraak dat niet-gerealiseerde waardestijgingen van vastgoed mogen meetellen voor het te belasten rendement in box 3, maakt het lastig om te voorspellen hoe de Hoge Raad zal beslissen. Zeker is wel dat huiseigenaren die geen bezwaar maken, geen aanspraak kunnen maken op een eventuele teruggave.

Bron: fd.nl