Betrokkenen moeten urgentie woningbouw veel meer gaan voelen
16 december 2019
Dat de stikstofcrisis als hoofdschuldige wordt aangemerkt voor de stagnerende woningbouw, is niet terecht. Al voor de stikstofuitspraak was er sprake van een vertraging in de nieuwbouw waar te nemen. Er werden maar weinig bouwvergunningen verstrekt en de toekomst zag er niet rooskleurig uit. Een oplossing van de stikstofcrisis betekent dan ook geen oplossing van het woningbouwprobleem. Hoe komt het dat de woningbouw al eerder begon te vertragen? De oorzaak ligt in het feit dat overheden en bestuurders zelf niet geraakt worden door de consequenties van hun beleid. Zo zal, door het ontbreken van urgentie, woningbouw minder prioriteit krijgen.
Alleen starters ervaren urgentie woningbouw
Om de besluitvorming en de uitvoering van beleid te verbeteren, moeten betrokkenen meer ‘skin in the game’ krijgen. Daarmee wordt bedoeld dat ze meer risico van de gevolgen zullen gaan dragen. Op dit moment worden beslissingen veelal vrijblijvend genomen. De noodzaak van beleid wordt daarbij door de betrokkenen nauwelijks onderkend. De grondbezitter, projectontwikkelaar en huiseigenaren hebben geen dringende redenen om de woningbouw te versnellen. Starters op de woningmarkt ervaren deze urgentie echter des te meer, maar hun invloed is te gering om grote veranderingen in gang te zetten.
Gemeenten en provincies
Volgens een onderzoek van het Centraal Planbureau tonen provincies en gemeenten te weinig initiatief op het gebied van woningbouw. Gemeenten profiteren op financieel gebied vaak niet van nieuwbouwwoningen of stuiten op bezwaren van hun inwoners. Provincies hebben te weinig oog voor de woningbehoeften in gemeenten en houden nieuwbouw daarom al gauw tegen. Zo is er de laatste jaren een tekort aan bouwlocaties ontstaan en stijgen de grondprijzen aanzienlijk. Om deze impasse te doorbreken, moeten provincies beperkt worden in hun maatregelen en moeten gemeenten meer geld voor woningbouw krijgen. Daarnaast is er een actievere rol van het Rijk nodig.
Hoe verder?
Op Prinsjesdag zegde het kabinet €1 miljard korting toe op de verhuurderheffing voor woningcorporaties. Daarmee moet de bouw van sociale huurwoningen worden gestimuleerd. Het is wel belangrijk dat er goede voorwaarden worden gesteld, waarop de betrokkenen getoetst kunnen worden. Die moeten voorkomen dat de resultaten onder de maat zullen blijven. Naast deze korting is er ook nog eens een bedrag van €1 miljard vrijgemaakt voor gemeenten. Met die subsidie kunnen zij werken aan woningbouw, infrastructuur en de aanpak van de stikstofcrisis. Het Rijk kan invloed uitoefenen door duidelijke eisen te stellen aan de gemeenten voor de toekenning van het geld.
Subsidie met voorwaarden
De subsidie is een prima manier om gemeenten meer skin in the game te laten krijgen. Mogelijkheden daarvoor zijn bijvoorbeeld het toekennen van subsidie aan grote projecten, die vanwege de hoge grondprijs zijn gestagneerd. Ook de opleverdatum kan ingezet worden als voorwaarde, waardoor snelle projecten prioriteit krijgen. Daarnaast kan er gewerkt worden met voorwaardelijke voorschotten. Gemeenten krijgen de subsidie pas daadwerkelijk uitgekeerd als de nieuwbouwwoningen op tijd worden opgeleverd. Op die manier worden bestuurders gedwongen de gevolgen van hun beslissingen te dragen. En zal door het ervaren van urgentie, woningbouw hoger op de agenda komen te staan.
Bron: Het Financieele Dagblad