Achterstand in aardgasvrije plannen van gemeenten

14 augustus 2024

Veel Nederlandse gemeenten hebben hun plannen voor het aardgasvrij maken van wijken nog onvoldoende uitgewerkt. Dit is vooral een probleem bij kleinere gemeenten, aldus Natuur & Milieu. De natuurorganisatie heeft de warmtevisies van veertig gemeenten, zowel klein als groot, onderzocht en concludeert dat deze plannen vaak niet concreet en ambitieus genoeg zijn om de naderende deadlines te halen.

Onvoldoende concrete warmtevisies

In 2021 hebben gemeenten warmtevisies opgesteld waarin ze aangeven welke verwarmingstechnieken ze willen inzetten, welke wijken op een warmtenet worden aangesloten en welke energiebronnen worden gebruikt voor de verwarming van gebouwen. Deze visies zijn bedoeld om de transitie naar aardgasvrije wijken te begeleiden. Echter, Natuur & Milieu constateert dat twee derde van deze visies nog in de voorbereidende of onderzoekende fase verkeert, wat betekent dat de plannen nog niet concreet zijn. Bovendien kiezen veel gemeenten voor verwarmingstechnieken die afhankelijk zijn van een onzeker aanbod van hernieuwbaar gas, wat de haalbaarheid van deze plannen in gevaar brengt.

Gebrek aan concrete isolatieplannen

Hoewel er in de warmtevisies veel aandacht wordt besteed aan isolatie, vindt Natuur & Milieu dat ook deze plannen concreter moeten worden uitgewerkt. Bijna de helft van de gemeenten heeft wel plannen om de meeste woningen tot energielabel B te isoleren, maar de andere helft heeft hier nog geen concrete stappen in gezet. Dit gebrek aan concreetheid vertraagt de voortgang naar een duurzamere gebouwde omgeving.

Uitdagingen voor kleine en middelgrote gemeenten

Vooral kleine en middelgrote gemeenten hebben moeite met het uitwerken van hun warmtevisies. Deze gemeenten kampen vaak met een gebrek aan ambtenaren en missen structurele steun van het Rijk. Grote gemeenten zoals Utrecht, Rotterdam, Amsterdam en Den Haag scoren beter en hebben meer uitgewerkte plannen om woonwijken aardgasvrij te maken. Toch is het aardgasvrij maken van woningen niet volledig afhankelijk van gemeentelijke plannen. Huiseigenaren kunnen zelf maatregelen nemen om hun aardgasverbruik te verminderen, zoals het verbeteren van de isolatie of het installeren van warmtepompen. Ook woningbouwcorporaties werken zelfstandig aan het verduurzamen van sociale huurwoningen.

Druk op gemeenten en het belang van subsidie

De deadline voor gemeenten om hun uitvoeringsplannen concreet te maken nadert snel, met 2026 in zicht. De vertraging die nu wordt opgelopen, brengt het nationale doel om de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving tegen 2030 te halveren in gevaar. Als in 2050 alle gebouwen zonder aardgas verwarmd moeten zijn, is het cruciaal dat gemeenten meer structurele subsidie en duidelijke richtlijnen van het Rijk ontvangen voor het opstellen van hun uitvoeringsprogramma’s. Anders dreigen de doelen niet gehaald te worden, waarschuwt Natuur & Milieu.

Aansporing door het Rijk

Het Rijk legt al enige druk op de gemeenten om hun plannen duidelijker en concreter te maken. Dit is nodig om alle betrokken partijen, zoals netbeheerders, woningeigenaren en woningcorporaties, tijdig te informeren over wat er moet gebeuren om de transitie naar aardgasvrije wijken mogelijk te maken. Volgens Jan van Beuningen, directeur Bouwen en Energie van het ministerie van Binnenlandse Zaken, vergt het uitrollen van warmtenetten in hele wijken vaak meer tijd dan verwacht, onder andere omdat bewoners eerst moeten instemmen.

Bron: cobouw.nl