Aardwarmte voor woningen: goed idee, lastige uitvoering
17 februari 2025
De belofte van aardwarmte
Aardwarmte wordt gezien als een veelbelovend alternatief voor aardgas en een stabiele aanvulling op duurzame energiebronnen zoals zon en wind. Diep onder de grond bevindt zich water van 60˚ tot 90˚ Celsius, dat met behulp van een warmtewisselaar kan worden ingezet voor het verwarmen van woningen en kassen.
Toch verloopt de uitrol van aardwarmte in Nederland moeizaam. Technische, financiële en juridische obstakels zorgen ervoor dat de ambities van de overheid lastig haalbaar zijn. In theorie kan aardwarmte in 2030 jaarlijks 15 petajoule opleveren, goed voor de verwarming van 2,2 miljoen woningen. Maar eind 2023 lag de productie op slechts 6,88 petajoule, met een minimale groei van 1% dat jaar.
Technische tegenslagen en hoge kosten
Het winnen van aardwarmte is geen eenvoudige opgave. Bij boringen kunnen boorkoppen vast komen te zitten, zoals in Noord-Holland, waar een project vier keer moest worden stilgelegd. Elke mislukte boring betekent extra kosten, waardoor investeringen snel verdubbelen en de businesscase onder druk komt te staan.
Daarnaast is niet elke ondergrond geschikt. Zoutlagen en klei blijken onbruikbaar, terwijl te compact gesteente te veel energie kost om water doorheen te laten stromen. Onderzoeksboringen, zoals die in Heesch en Amsterdam, moeten duidelijk maken welke locaties kansrijk zijn.
Investeerders en regelgeving als rem op de groei
Naast technische uitdagingen speelt ook de financiering een grote rol. Banken financieren aardwarmteprojecten steeds vaker pas achteraf, waardoor bedrijven fors meer eigen kapitaal moeten inbrengen. Subsidies worden pas uitgekeerd bij oplevering, wat het risico verder vergroot. Experts pleiten ervoor om een deel van de subsidie aan het begin van een project in te zetten om investeringen aantrekkelijker te maken.
Ook de regelgeving vormt een obstakel. Vergunningstrajecten duren lang en omwonenden zijn soms sceptisch, uit angst voor bodemdaling of trillingen. Daarnaast ligt de aanleg van warmtenetten grotendeels stil in afwachting van de nieuwe Warmtewet, terwijl deze netten juist cruciaal zijn om aardwarmte rendabel te maken.
Tempo maken voor een leercurve
De enige manier om aardwarmteprojecten efficiënter te maken, is door ervaring op te bouwen. In de Verenigde Staten werd de tijd voor schaliegasboringen drastisch teruggebracht door honderden boringen kort na elkaar uit te voeren. In Nederland zijn daar echter grote investeringen voor nodig, en private partijen kunnen dat niet alleen.
Overheidsdeelname via staatsbedrijf EBN zou hierin een belangrijke rol kunnen spelen. Het uitvoeren van meerdere boringen per jaar kan ervoor zorgen dat de leercurve omhooggaat en de kosten dalen. Het onderzoeksprogramma van EBN is een eerste stap, maar of dat genoeg is om de ambities van het kabinet te halen, blijft de grote vraag.
Bron: fd.nl