Aannemers kampen met volle orderboeken, maar woningbouw vertraagt

Recorddrukte in de bouwsector

De bouwsector draait op volle toeren en dat is terug te zien in de orderboeken. Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) bereikte de werkvoorraad van aannemers begin dit jaar een nieuw record. Gemiddeld hebben bouwbedrijven nu voor 11,3 maanden werk op de plank liggen, een lichte stijging ten opzichte van de maand ervoor.

Opvallend is dat deze groei niet overal gelijk is. Terwijl sommige sectoren binnen de bouw floreren, laat de woningbouw juist een duidelijke daling zien.

Woningbouworders lopen terug

In de woningbouw is de werkvoorraad met vier tiende maand gedaald naar een gemiddelde van 14,1 maanden. Het EIB noemt dit een ‘sterke daling’, al volgt deze op een periode waarin de orderportefeuilles juist nog groeiden. Dit suggereert dat de sector met schommelingen kampt en dat de toekomst onzeker blijft.

Daarentegen doen andere bouwsectoren het wél goed. De utiliteitsbouw zag de orderportefeuilles groeien met drie tiende maand tot 10,6 maanden. Ook in de grond-, weg- en waterbouw nam de werkvoorraad toe en steeg met drie tiende maand naar 8,9 maanden.

Personeel blijft een knelpunt

Ondanks de volle orderboeken blijft personeelsschaarste een groot probleem. Veel aannemers geven aan dat het tekort aan vakmensen hun grootste uitdaging is. Slechts 9 procent van de bedrijven ervaart momenteel een tekort aan werk, al ligt dat percentage in de wegenbouw iets hoger, op 15 procent.

Toch is er enig optimisme: 30 procent van de aannemers verwacht op korte termijn nieuw personeel te kunnen aantrekken. Of dit voldoende zal zijn om de werkdruk op te vangen, is echter nog maar de vraag.

Bron: cobouw.nl