260.000 huurders gaan minder huur betalen
5 oktober 2020
Het kabinet heeft besloten om mensen een huurkorting te geven, die te veel huur voor hun sociale huurwoning betalen. Het gaat hierbij om mensen die op basis van hun inkomen een te hoge huur hebben. Dit kan komen door een lager inkomen, maar ook omdat zijn in het verleden een te duur huis hebben gekregen. Ongeveer 260.000 huurders zullen hierdoor een lagere huur gaan betalen. Dit gaat om gemiddeld zo’n €40 per maand aan lagere huur.
Tegemoetkoming aan het parlement
Er gaan al langer geluiden op om de huren te bevriezen of verlagen naar aanleiding van de coronacrisis. Veel mensen hebben door deze crisis namelijk een lager inkomen. Minister van Binnenlandse Zaken Kasja Ollongren wilde dit tot nu toe niet doen, waardoor ze een motie van afkeuring kreeg. Niet alleen huurders, maar ook de Rijksoverheid hoeft door deze maatregel minder te betalen. Doordat men minder huur hoeft te betalen, keert de overheid ook minder huurtoeslag uit. Dit komt neer op een bedrag van 38 miljoen euro.
Andere maatregelen
Woningbouwcorporaties ontvangen door deze regeling wel minder huur. Om deze partijen te compenseren wordt de verhuurdersheffing in totaal met €200 miljoen verlaagd. Daarnaast neemt het kabinet nog meer maatregelen. Zo wordt er €295 miljoen extra vrijgemaakt om meer woningen te bouwen in 2021. €100 miljoen is beschikbaar gesteld om vertraging vanwege de stikstofnormen te voorkomen, €20 miljoen om kantoren en winkels tot woningen te verbouwen en €100 miljoen van dit bedrag zijn investeringen die naar voren zijn gehaald. Daarnaast is er €20 miljoen om voor meer deskundigheid bij onder meer gemeenten te zorgen.
Overdrachtsbelasting en doorbouwgarantie
Verder is bekend geworden dat de overdrachtsbelasting voor starters komt te vervallen, terwijl beleggers juist 8% overdrachtsbelasting moeten gaan betalen. Daarnaast wordt er gekeken hoe nieuwbouwprojecten gestimuleerd kunnen worden, ook wanneer de vraag naar woningen door de coronacrisis daalt. Er wordt bijvoorbeeld gedacht aan een doorbouwgarantie, waarbij de overheid een deel van de huizen sowieso afneemt. Deze garantie kan gebruikt worden, wanneer door de lagere vraag projecten niet doorgaan.
Bron: Het Financieele Dagblad