Toegankelijkheid op papier is nog geen toegang in de praktijk
3 april 2025
Nederland blijft achter in toegankelijk bouwen en beleid
Meer dan twee miljoen Nederlanders leven met een beperking. Toch is onze samenleving nog lang niet zo ingericht dat iedereen écht mee kan doen. Sinds 2016 is het VN-verdrag Handicap van kracht, waarmee Nederland heeft beloofd gelijke rechten voor mensen met een beperking te garanderen. Maar acht jaar later lopen mensen met een beperking nog steeds letterlijk en figuurlijk tegen muren aan.
Toegankelijkheid van de gebouwde omgeving blijft een structureel probleem. Gebouwen, stations en publieke ruimtes zijn nog vaak lastig begaanbaar voor mensen in een rolstoel of met een andere fysieke beperking. Drempels, te hoge perrons en defecte liften maken zelfstandige mobiliteit lastig. En wie dan wél zijn eigen boontjes wil doppen, wordt soms financieel ‘gestraft’ met hogere bijdragen voor hulpmiddelen bij samenwonen of meer inkomen.
Geen gelijke behandeling door postcodebeleid
Een ander knelpunt is de rechtsongelijkheid tussen gemeenten. De ene gemeente biedt toegang tot hulpmiddelen en voorzieningen die elders ondenkbaar zijn. Daarmee is de mate van toegankelijkheid vaak afhankelijk van de plek waar je woont. En dat terwijl het VN-verdrag juist pleit voor landelijke gelijkheid.
Zelfs bij nieuwbouw of verbouwing wordt toegankelijkheid niet standaard meegenomen. De geldende NEN-normen zijn namelijk niet wettelijk bindend. Daardoor is het geen verplichting om gebouwen toegankelijk te maken, maar slechts een aanbeveling. Met alle gevolgen van dien voor gebruikers die op aanpassingen zijn aangewezen.
Nationale strategie mist urgentie en uitvoering
In 2024 presenteerde het ministerie van VWS een nationale strategie voor de uitvoering van het VN-verdrag Handicap. Die klinkt ambitieus, met vijf duidelijke principes: gelijke rechten, eigen regie, rechtspositie, toegankelijkheid en een samenleving waar iedereen zich welkom voelt. Toch mist het plan vooral iets fundamenteels: een duidelijke routekaart.
Volgens belangenorganisaties als Ieder(in) is het onduidelijk wie verantwoordelijk is voor de uitvoering en welk tijdpad gevolgd wordt. Zonder harde bestuurlijke afspraken blijft het bij intenties, geen acties. Het VN-comité uitte hierover stevige kritiek in augustus 2024, en stelde vast dat Nederland nog veel werk te doen heeft.
Toegankelijkheid als bouwsteen, niet als bijzaak
De strijd voor toegankelijkheid is niet nieuw. Al sinds de jaren zeventig pleiten activisten als Jan Troost voor gelijke rechten. Troost, die zelf zijn hele leven in een rolstoel zat, geloofde in een samenleving waarin beperking geen belemmering hoeft te zijn. Zijn boodschap klinkt nog altijd actueel: zichtbaarheid is verbeterd, maar echte vooruitgang blijft uit.
Het VN-verdrag Handicap zou daarin een kantelpunt moeten zijn. Niet alleen voor beleidsmakers, maar ook voor ontwikkelaars, ontwerpers en bouwers. Want toegankelijkheid begint niet pas bij het gebruik van een gebouw, maar al bij het ontwerp.
Praten of bouwen aan een inclusieve toekomst?
Tijdens een uitzending van Kassa spraken ervaringsdeskundige Jeanette Chedda en VVD-Kamerlid Harry Bevers over de traagheid van de ontwikkelingen. Beiden erkennen dat er veel te weinig vooruitgang is geboekt sinds de ondertekening van het VN-verdrag. De vraag blijft: wanneer volgt de daad bij het woord?
De komende jaren moeten uitwijzen of de nationale strategie meer wordt dan een ambitieus document. En of Nederland écht de stap durft te zetten naar een samenleving waarin iedereen zich welkom voelt – en daadwerkelijk naar binnen kan.
Bron: bnnvara.nl