De minimalistische doorzonwoning: ideaal gezinshuis zonder fratsen
19 december 2024
In het Nederlands Openluchtmuseum staan zes nieuwe PéGé-woningen, een eerbetoon aan de iconische doorzonwoning. Deze woningen uit de jaren 50 zijn de belichaming van het ‘geen-nonsens’-huis: zonder toeters en bellen, maar met een uiterst functioneel ontwerp. Bernard Hulsman ziet ze als de perfecte voorbeelden van woonmachines die de tand des tijds hebben doorstaan. De doorzonwoning, met zijn eenvoudige plattegrond en praktische indeling, wordt door velen beschouwd als het ideale gezinshuis. Maar de vraag is: hoe relevant zijn deze woningen vandaag de dag?
De kenmerken van de doorzonwoning
De doorzonwoning is een typisch Nederlands fenomeen. Van de ongeveer 8 miljoen woningen in Nederland zijn er 3,4 miljoen rijtjeshuizen, waarvan ruim een miljoen doorzonwoningen. Deze woningen zijn in de periode tussen 1950 en 1975 gebouwd en hebben allemaal dezelfde basisindeling. Een lange, rechthoekige woonkamer die overgaat in een eetkamer en keuken, met grote ramen die zorgen voor veel licht. De gang met de wc en kelder leidt naar de bovenverdieping, waar drie slaapkamers en een kleine badkamer zich bevinden. De meeste doorzonwoningen hebben een zolder en variëren in grootte van 70 tot 110 vierkante meter.
De oorsprong van de doorzonwoning
De doorzonwoning, zoals we die kennen, is niet het resultaat van een plotselinge uitvinding, maar is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog als reactie op de woningnood. De eerste woningen van dit type werden ontwikkeld door Piet Guelen, die een bouwsysteem bedacht dat eenvoudig en goedkoop was. Het idee achter deze woningen was praktisch: esthetiek werd opzijgeschoven om de woningnood aan te pakken. De zogenaamde ‘PéGé-woningen’ werden gebouwd met veel hout, wat toen een goedkope en duurzame oplossing was. Guelen ontwierp deze woningen zonder de invloed van een architect, puur met het doel de functionaliteit te waarborgen.
Van collectivisme naar individualisme
Oorspronkelijk was het idee achter de PéGé-woning ook ideologisch: de minister van Wederopbouw, Joris in ’t Veld, geloofde dat Nederland van een individualistische naar een collectivistische samenleving zou evolueren. In dit ideaal zouden identieke woningen voor iedereen het gemeenschapsgevoel versterken. Maar de werkelijkheid bleek anders. In de jaren zeventig begonnen Nederlanders zich juist steeds meer als individuen te gedragen. De doorzonwoningen werden omgetoverd tot huiselijke, gezellige plekken, waarbij privacy steeds belangrijker werd. Hoge schuttingen en raambekleding verdwenen het ‘open’ karakter dat deze woningen zo kenmerkte.
De evolutie van de doorzonwoning
De doorzonwoning is door de jaren heen een cultureel fenomeen geworden. Vandaag de dag heeft het zijn betekenis voor veel mensen: een woning die symbool staat voor eenvoud, praktisch comfort en een vorm van collectieve huisvesting. Maar met de opkomst van modernere woningontwerpen en de verschuiving naar meer diverse woonwensen, is het de vraag of de minimalistische doorzonwoning nog voldoet aan de huidige eisen van het moderne wonen. De zes nieuwe PéGé-woningen in het Openluchtmuseum tonen een stukje geschiedenis, maar blijven tegelijkertijd een herinnering aan de tijd waarin functionaliteit boven alles stond.
Bron: nrc.nl