ABN Amro: licht herstel in bouwsector, woningbouw volgt traag

5 december 2024

Na een periode van twee jaar met krimp, voorspelt ABN Amro dat de bouwsector volgend jaar een lichte opleving zal zien. Hoewel de bouw van woningen, scholen en andere voorzieningen pas in 2026 echt aantrekt, biedt dit hoopvolle vooruitzichten voor de sector. Toch zijn er flink wat uitdagingen die het herstel bemoeilijken.

Ingenieursbureaus gedijen, woningbouw blijft achter

Huizen bouwen in Noord-Holland met hulp van de circulair bouwexpertVoor dit jaar voorspelt ABN Amro een algemene krimp van 2% in de bouwsector. Vooral de woningbouw krijgt een flinke klap met een verwachte daling van 6%. Daarentegen zien ingenieursbureaus juist een groei van 7%, mede dankzij projecten rond verduurzaming en de energietransitie. Deze verduurzamingsopdrachten zorgen voor een lichtpuntje in een anders moeizaam jaar.

Rente en grondlocaties vertragen nieuwbouw

Ondanks ambitieuze plannen om jaarlijks 100.000 woningen bij te bouwen tot 2030, blijven hogere rentes en een gebrek aan bouwlocaties een rem zetten op de voortgang. De tienjaarsrente, die momenteel op 2,43% staat, zal volgens de bank dalen naar 2% in 2025. Dit biedt op termijn meer financiële ruimte voor nieuwbouwprojecten, maar de versnipperde grondmarkt blijft een uitdaging. Dit maakt projectontwikkeling tijdrovend en complex.

Netcongestie en watertekort als nieuwe obstakels

De beperkte beschikbaarheid van stroom en water vormt een groeiend probleem voor de bouwsector. Het overvolle stroomnet laat weinig ruimte voor nieuwe aansluitingen, behalve in enkele delen van het land zoals Groningen en Limburg. Daarnaast zet een dreigend drinkwatertekort de bouw van nieuwbouwwoningen verder onder druk. Waterkwaliteit en beschikbaarheid staan steeds vaker ter discussie, wat de snelheid van bouwprojecten belemmert.

Utiliteitsbouw en infrastructuur blijven kwetsbaar

De groei binnen de weg- en waterbouw blijft minimaal, met slechts 1% per jaar in de komende twee jaar. Factoren zoals krappe stikstofruimte, krimpende overheidsbudgetten en een tekort aan arbeidskrachten drukken zwaar op deze sector. Hoewel dalende rentes de investeringsmogelijkheden iets verbeteren, blijft de vooruitgang beperkt.

Orderportefeuilles bieden hoop

Ondanks de wisselende vooruitzichten toont een rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) een historisch positieve ontwikkeling. De gemiddelde orderportefeuille in de bouw bereikte in september het hoogste niveau sinds 2000. Vooral de woningbouw heeft veel werk in de pijplijn, met gemiddeld bijna 14 maanden aan geplande klussen. Toch waarschuwt het EIB dat het groeiend personeelstekort de uitvoering van deze opdrachten in gevaar kan brengen.

Bron: fd.nl