Flexwoningen: tijdelijk wondermiddel of blijvende uitdaging?
21 oktober 2024
Door de aanhoudende woningnood en het gebrek aan permanente bouwlocaties zien we steeds meer flexwoningen verschijnen. Maar kunnen we echt spreken van een duurzame oplossing, of is het slechts een duur lapmiddel? Flexwoningen bieden snel verlichting, maar ze leggen ook een aantal structurele problemen bloot, betoogt Ernst van der Leij.
Een snelle oplossing voor de woningmarkt
Flexwoningen spelen in op de acute woningnood. In 2022 werden er 3.400 gerealiseerd, en in 2023 steeg dat aantal naar 5.100. Voor 2024 wordt verwacht dat er zo’n 8.300 flexwoningen bij komen. Deze prefab woningen kunnen snel worden gebouwd en zijn goedkoper door hun kleinere omvang. Dat klinkt als een slimme zet, vooral omdat flexwoningen relatief snel op locaties kunnen worden geplaatst waar permanente bouw ingewikkeld is. Politici en marketeers hebben dit punt allang in hun voordeel benut.
Wat missen we bij flexwoningen?
Hoewel flexwoningen sneller gebouwd kunnen worden, komt de vraag naar voren of we niet belangrijke aspecten over het hoofd zien. Waarom bouwden we vroeger vooral grotere en permanente woningen? Uitgebreide procedures in de traditionele bouw zorgen ervoor dat alle belangen goed worden afgewogen. Hoewel kleinere, goedkopere woningen betaalbaarder lijken, is het maar de vraag of deze woningen werkelijk prettig zijn om in te wonen, of dat mensen simpelweg geen keuze hebben.
Zijn flexwoningen echt tijdelijk?
Flexwoningen zijn ontworpen voor tijdelijke locaties, maar vaak blijkt in de praktijk dat deze woningen langer blijven staan dan gepland. Het verplaatsen van flexwoningen is duur en kost extra geld, waardoor gemeenten en projectontwikkelaars vaak kiezen voor een permanente oplossing na de eerste plaatsing. Dit roept de vraag op: zijn flexwoningen wel zo tijdelijk als ze lijken? Of creëren we uiteindelijk een situatie waarin we toch kiezen voor langdurig gebruik?
De financiële kant van flexwoningen
De businesscase van flexwoningen is een uitdaging, vooral omdat hogere kwaliteitseisen nodig zijn om voldoende wooncomfort te garanderen. Flexwoningen die alleen voldoen aan de minimale eisen van tijdelijke woningen kampen vaak met klachten zoals hittestress, geluidsoverlast en brandonveiligheid. Gemeenten proberen investeerders te verleiden met subsidies en goedkope grond, maar zelfs dan is de financiële haalbaarheid geen zekerheid.
Complementair of concurrentie voor permanente bouw?
Flexwoningen worden vaak gepresenteerd als complementair aan de permanente woningmarkt, maar de realiteit is dat ze soms directe concurrentie vormen. Omdat flexwoningen vaak langer blijven staan, nemen ze ruimte in die anders voor permanente woningen had kunnen worden gebruikt. Dit werpt de vraag op of de ambtelijke en financiële capaciteit die nu naar tijdelijke bouwprojecten gaat, niet beter geïnvesteerd kan worden in permanente woningbouw.
Voor wie nu dringend een huis nodig heeft, zijn flexwoningen een uitkomst. Maar voor een stabiele woningmarkt zijn ze geen blijvende oplossing. Flexwoningen zijn geen vloek, maar misschien wel een kostbare tijdelijke uitweg in een politiek landschap dat worstelt met structurele keuzes voor de lange termijn.
Bron: cobouw.nl