Mag je de bouw stilleggen zonder omgevingsvergunning? De Arbiter spreekt

30 september 2024

Vertraging door vergunningproblemen: wie is verantwoordelijk?

In een recent bouwconflict dat voor de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen (RvA) kwam, draaide het om de vraag of de aannemer de bouw mocht stilleggen totdat de omgevingsvergunning binnen was. De casus betrof de bouw van een warme kas bij een tuincentrum, een project met een waarde van ruim 1,7 miljoen euro. Door noodzakelijke aanpassingen aan het ontwerp en het ontbreken van een definitieve omgevingsvergunning liep het project aanzienlijke vertraging op. De opdrachtgever en de aannemer wezen naar elkaar als verantwoordelijke voor de vertraging.

Geen vergunning, geen bouw

Tijdens de voorbereidingen bleek dat een eerder gebouwde koude kas 40 cm hoger was dan toegestaan. Dit leidde tot aanpassingen in het ontwerp en een nieuwe omgevingsvergunning voor de bouw van de warme kas. De opdrachtgever vond dit geen reden om de bouw stil te leggen, terwijl de aannemer juist besloot te wachten op de definitieve vergunning. De kwestie werd voorgelegd aan de arbiters van de RvA.

Arbiters: bouw stilleggen was gerechtvaardigd

De arbiters stelden dat de gehele vertraging het gevolg was van de tijd die nodig was voor het aanpassen van het ontwerp én het verkrijgen van de vergunning. Omdat bouwen zonder de juiste vergunning een economisch delict is, oordeelden de arbiters dat de aannemer het recht had om de bouw op te schorten. Het was de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever om te zorgen dat de vergunning tijdig beschikbaar was.

Hoger beroep zonder succes

Na het vonnis ging de opdrachtgever in beroep, met bezwaren op zeventien punten. De appel-arbiters verwierpen echter alle grieven en bevestigden het eerdere vonnis. Ze benadrukten dat de aannemer rechtmatig handelde door de bouw stil te leggen totdat de vergunning binnen was. Bovendien bleek er al een duidelijke afspraak te zijn over de opleveringsdatum, waar beide partijen zich aan moesten houden.

Gevolgen voor de opdrachtgever

De uitspraak was zwaar voor de opdrachtgever: hij moest de aannemer ruim 1,2 miljoen euro aan openstaande vorderingen betalen. De uitspraak bevestigt dat bouwprojecten zonder de juiste vergunning niet mogen doorgaan en dat vertragingen door vergunningkwesties voor rekening van de opdrachtgever komen.

Bron: Cobouw