Gaat realisatiesubsidie de woningbouw redden?

Realisatiesubsidie moet woningbouw versnellen

Minister Mona Keijzer wil de woningbouwproductie een flinke boost geven met een nieuwe ‘realisatiesubsidie’ of doorbouwbonus. De komende vijf jaar wordt er 300 miljoen euro vrijgemaakt om de bouw van woningen te stimuleren. Dit nieuwe plan moet de huidige bureaucratische regeling vervangen, waar tot nu toe miljoenen ongebruikt zijn gebleven. Bouwsectorlobby’s vragen al langer om een simpelere aanpak en Keijzer lijkt hier gevoelig voor.

Ambitieuze doelstellingen, beperkte middelen

Het kabinet stelt het woningtekort als een topprioriteit en wil de bouwproductie verhogen naar minimaal 100.000 woningen per jaar. Woningbouw krijgt daarbij voorrang op zonne- en windenergieprojecten. Keijzer belooft ook snellere procedures voor bouwprojecten, aangezien het nu gemiddeld zes jaar duurt voordat een nieuwe woonwijk van start kan gaan. Maar de vraag blijft: is een jaarlijkse investering van slechts 1 miljard euro voldoende om deze ambitieuze plannen te realiseren?

Scepticisme binnen de sector

Arno Visser, voorzitter van Bouwend Nederland, uitte al zijn twijfels tijdens een uitzending van Nieuwsuur. Volgens hem is het met de huidige middelen onmogelijk om de beoogde 100.000 woningen per jaar te halen. Visser wijst daarbij op capaciteitsproblemen binnen de bouwsector en bij gemeenten. Ook Coen van Rooyen van WoningBouwersNL is kritisch. Hij noemt de huidige plannen onnodig ingewikkeld en benadrukt dat er veel ruimere locaties beschikbaar moeten komen om grootschalige woningbouw mogelijk te maken.

De vraag blijft: Gaat dit werken?

Met de aangekondigde doorbouwbonus probeert minister Keijzer de bouwsector te motiveren, maar zonder voldoende financiële steun en vereenvoudigde regels blijft de bouwopgave een grote uitdaging. Of de realisatiesubsidie voldoende impact zal hebben om de woningnood op te lossen, zal afhangen van de verdere uitwerking van haar plannen. Voorlopig blijft de sector sceptisch over het bereiken van de ambitieuze doelen.

Bron: Cobouw