Aantal eenpersoonshuishoudens in Nederland blijft groeien

Het aantal alleenwonenden in Nederland is de afgelopen jaren fors toegenomen. Volgens het CBS zijn er nu maar liefst 3,3 miljoen mensen die op zichzelf wonen, wat bijna een op de vijf Nederlanders vertegenwoordigt. Deze groei is vooral zichtbaar onder vrouwen boven de 70 jaar. Dit groeiende aantal eenpersoonshuishoudens heeft ook invloed op de hoeveelheid woonruimte die Nederlanders gemiddeld tot hun beschikking hebben.

Groei van alleenwonenden door de jaren heen

In de jaren zeventig leefde slechts 5% van de Nederlanders alleen, een relatief klein percentage gezien de huidige situatie. Inmiddels woont 19% van de bevolking zelfstandig, een getal dat naar verwachting in de komende decennia nog verder zal stijgen. Ondanks deze verschuiving, vormt het traditionele gezin met kinderen nog steeds de meerderheid, maar het aandeel eenpersoonshuishoudens blijft significant groeien.

Ouderen en jongeren als grootste groepen alleenwonenden

Vrouwen van boven de 70 jaar vormen de grootste groep alleenwonenden in Nederland. Dit komt deels doordat vrouwen vaak langer leven dan mannen, waardoor ze op latere leeftijd vaker alleen overblijven. Ook jongeren tussen de 20 en 30 jaar kiezen er steeds vaker voor om alleen te wonen. In grote steden, zoals Groningen, waar ruim een derde van de inwoners alleen woont, is dit fenomeen het meest zichtbaar.

Invloed op de beschikbare woonruimte

Een interessante trend die samenhangt met de groei van eenpersoonshuishoudens is de toename van het beschikbare woonoppervlak per persoon. Alleenwonenden hebben doorgaans meer ruimte tot hun beschikking dan mensen in grotere huishoudens. Dit effect is echter minder sterk in grote steden, waar het gemiddelde woonoppervlak per persoon relatief klein blijft, ondanks het grote aantal alleenwonenden. Toch draagt de algemene groei van eenpersoonshuishoudens bij aan een stijging van de beschikbare woonruimte per inwoner in Nederland als geheel.

Bron: fd.nl